Zo stelt u de gebruikersmodus Installateur in vanuit de
gebruikersmodus Uitgebreid:
1. Druk op het Uponor-scherm gelijktijdig op
het scherm Installateur verschijnt (10 seconden).
2. Druk op OK om de
gebruikersmodus
Installateur te
bevestigen. Het Uponor-
scherm verschijnt opnieuw.
Na 10 minuten inactiviteit keert het systeem automatisch
terug naar de modus Uitgebreid.
3. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu >
Instell. > Systeempar. > Gebruikersmodus.
4. Druk op het scherm
Gebruikersmodus
gelijktijdig op
en
tot
het scherm Installateur
verschijnt (10 seconden).
5. Druk op OK om de
gebruikersmodus
Installateur te
bevestigen. Het Uponor-
scherm verschijnt
opnieuw en u krijgt toegang tot de gebruikersmodus
Installateur.
7.11 Optioneel: module-ID's instellen
Module-ID's zijn alleen nodig als er twee of drie
regelmodules worden gebruikt. De ID's kunnen alleen
worden ingesteld als de bedieningsmodule is ingesteld op
de gebruikersmodus Installateur.
Zo stelt u module-ID's in voor de bedieningsmodule:
1. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu >
Instell. > Systeempar. > Module-ID.
2. Selecteer Reset module-
ID en druk op OK.
3. Selecteer Ja en druk op
OK.
Let op!
Wanneer de opdracht Reset module-ID is
uitgevoerd, moet u minstens één keer de opdracht
Stel mod.-ID in uitvoeren alvorens terug te keren
naar het Uponor-scherm.
4. Druk op de toets met het
pijltje omlaag
om de
cursor te verplaatsen naar
Stel mod.-ID in en druk
op OK.
2 4
en
tot
U P O N O R R A D I O 2 4 V, R O O M C O N T R O L S D E M · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
5. De melding >1. Module<
knippert. Druk op de Test-
knop op regelmodule #1,
die is aangesloten op de
bedieningsmodule.
6. Als een tweede regelmodule is geïnstalleerd:
Selecteer >2. Module<. Druk op de Test-knop op
regelmodule #2, die is aangesloten op de klemmen 5
en 6 van regelmodule #1.
7. Als een derde regelmodule is geïnstalleerd:
Selecteer >3. Module<. Druk op de Test-knop op
regelmodule #3, de module die is aangesloten op de
klemmen 7 en 8 van regelmodule #1 of #2.
8. Wanneer de ID's van alle regelmodules zijn ingesteld,
drukt u op OK om te bevestigen. Het Uponor-scherm
verschijnt.
7.12 Optioneel: pompmanagement
instellen
Stel pompmanagement in als er meer dan één regelmodule
is aangesloten en gebruik wordt gemaakt van het
pomprelais.
Let op!
Gedeelde pompen mogen niet worden aangesloten
op meer dan één regelmodule.
Zo stelt u pompmanagement in via de bedieningsmodule:
1. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu >
Instell. > Systeempar. > Pomp man.
2. Kies Alle of Individueel
en druk op OK.
7.13 Status thermische aandrijving
weergeven
Zo geeft u de status van de thermische aandrijving weer:
1. Stel de bedieningsmodule in op de gebruikersmodus
Installateur.
2. Selecteer op het Uponor-scherm Hoofdmenu > Info >
Ruimte-informatie.
>
<