10 Uponor ruimtethermostaten in het gebruik
Batterijen voor thermostaten
Alle thermostaattypes maken gebruik van twee 1,5 V AAA-
alkalinebatterijen. Zorg ervoor dat de batterijen op de juiste
wijze in de thermostaten worden geplaatst.
Thermostaten schoonmaken
Gebruik voor het schoonmaken van de thermostaten een
droge, zachte doek.
Let op!
Gebruik geen schoonmaakmiddel of andere
vloeistoffen.
10.1 Uponor thermostaat met display
T-75 in het gebruik
De thermostaat geeft de ruimtetemperatuur weer tijdens
normaal bedrijf (zie onderstaande illustratie).
De onderstaande tabel geeft de genummerde onderdelen
in de illustratie weer.
Nummer
Omschrijving
1
LCD-display
2
Temperatuurvoeler voor omgevingstemperatuur
3
Toetsen − en + voor instelling van temperaturen
Pictogrammen op Uponor ruimtethermostaat met
display T-75
De onderstaande tabel beschrijft de pictogrammen die
worden weergegeven op de ruimtethermostaat met display
T-75.
Pictogram
Omschrijving
Temperatuurweergave met menu's en een
nauwkeurigheid van 0,1°
Weergegeven bij het instellen van het
temperatuurinstelpunt
Weergegeven tijdens draadloze verbinding
Temperatuurformaat voor de display
Indicator batterij bijna leeg
U P O N O R R A D I O 2 4 V, R O O M C O N T R O L S D E M · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
Display
Eerste display toont
ruimtetemperatuur
Temperatuurformaat wijzigen
Zo verandert u het temperatuurformaat in Celsius of
Fahrenheit:
1. Druk gelijktijdig op de toetsen − en + tot het CNF-
menu verschijnt.
2. Druk de knop + nogmaals kort in. UNT (unit) wordt
weergegeven.
3. Druk gelijktijdig op de toetsen − en + tot het SEL-
menu verschijnt.
4. Druk op − of + om het temperatuurformaat te wijzigen
(°C of °F) en wacht tot de thermostaat teruggaat naar
de oorspronke-lijke weergave.
Temperatuur aanpassen
Gebruik de toets − of + van de thermostaat om de
temperatuur aan te passen. Om het temperatuurinstelpunt
te resetten naar de startwaarde van 22,0 °C (72,0 °F) drukt
u voorzichtig gelijktijdig de knoppen − en + in.
Zo wijzigt u het temperatuurinstelpunt:
1. Druk op de toets − of +. Het pictogram
en de waarde voor het instelpunt worden
weergegeven.
2. Druk op − of + om de instelpuntwaarde te wijzigen:
•
Voor °C vindt de instelling plaats in stappen van
0,5 °C
•
Voor °F vindt de instelling plaats in stappen van
1 °F
3. Wacht tot het pictogram voor draadloze
verbinding wordt weergegeven, als
bevestiging dat het instelpunt gewijzigd is,
en de weergave weer normaal wordt.
Minimum-/maximumtemperaturen instellen
De minimum- en maximumtemperaturen (5 °C en 35 °C)
van de thermostaat kunnen alleen worden gewijzigd als het
systeem is voorzien van de Uponor bedieningsmodule I-76.
Batterijen vervangen
De thermostaat wordt van stroom voorzien door batterijen.
Vervang de batterijen van de thermostaat als het symbool
wordt weergegeven. De onderstaande illustratie
laat zien hoe de thermostaat geopend moet worden.
3 1