Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Auto-Attendant; Auto-Attendant In- En Uitschakelen; Meldtekst Auto-Attendant Wijzigen - Kpn Telecom Vox Alliance Gebruiksaanwijzing

Voice response-module
Inhoudsopgave

Advertenties

2

Auto-attendant

Met de Voice response-module kunt u de functie auto-attendant inschakelen. Als u auto-
attendant inschakelt en iemand belt het hoofdnummer, dan gaan de telefoons niet over, maar
wordt de lijn beantwoord door de Voice response-module. De beller hoort een meldtekst en kan
vervolgens een toestelnummer intoetsen. Ook kan de beller een 9 intoetsen om het hoofdtoestel
(standaard toestel 20) te bellen. Als de beller niets intoetst dan gaat na enige tijd het belsignaal
over van de toestellen die u hebt aangegeven in de signalering Dag/Nacht.
Als u de functie auto-attendant inschakelt kunt u een dag- en nachtstand inschakelen. U kunt 2
verschillende meldteksten inspreken. Als u geen meldteksten inspreekt, hoort de beller de
standaardmeldteksten (zie hoofdstuk 6, Standaardmeldteksten).
2.1

Auto-attendant in- en uitschakelen

De functie auto-attendant moet per ISDN-lijn geactiveerd worden. Auto-attendant werkt op uw
hoofdnummer en niet op MSN- of Doorkiesnummers (DDI-nummers). Als u de
standaardmeldtekst wilt vervangen door uw eigen meldtekst, spreek dan eerst een eigen
meldtekst in (zie paragraaf 2.2, Meldtekst wijzigen) en schakel daarna auto-attendant in.
Let op!
Schakel auto-attendant in vanaf het programmeertoestel (standaard toestel 20).
1 [PROGRAM], 2 keer [6], {Systeem programmeren}, toets uw password in.
2 Druk op {Installatie}.
3 Blader met [6] naar {Auto attendant netlijn} en druk op de bijbehorende toets.
4 Blader met [6] naar {Auto attendant dag/ nacht} en druk op de gewenste toets.
5 Druk op de toets bij de netlijn waarvoor u auto-attendant wilt in- of uitschakelen. Als voor de
netlijn u staat, dan is auto-attendant voor deze netlijn ingeschakeld. Als dit teken niet zwart
is, is auto-attendant voor deze netlijn niet ingeschakeld.
> De functie auto-attendant is in- of uitgeschakeld voor de gekozen netlijn.
6 [6], {Terug}. Herhaal dit tot u weer in het hoofdmenu bent.
Let op!
Als de Voice response-module in gebruik is gaat bij een inkomend telefoontje direct het
hoofdtoestel over. Zodra de Voice response-module niet meer in gebruik is wordt het gesprek
alsnog beantwoord. De beller kan een toestelnummer intoetsen of een [9] voor het hoofdtoestel.
2.2

Meldtekst auto-attendant wijzigen

U kunt voor de functie auto-attendant eigen meldteksten inspreken. U kunt een aparte meldtekst
inspreken voor de dag- en de nachtstand. Uw eigen meldtekst kunt u weer vervangen door de
standaardmeldtekst.
Let op!
Wijzig de meldtekst vanaf het programmeertoestel (standaard toestel 20).
1 [PROGRAM], 2 keer [6], [Systeem programmeren], password.
2 Druk op {Systeem}.
3 Blader met [6] naar {Begroetingen wijzigen} en druk op de bijbehorende toets.
4 Blader met [6] naar {Auto attendant dag/ nacht} en druk op de gewenste toets.
5 Druk op {Begroeting opnemen} om een eigen meldtekst op te nemen en volg de instructies.
Als u eerder een eigen meldtekst hebt ingesproken en u wilt de standaardmeldtekst
gebruiken, druk dan op {Begroeting wissen}.
6 Druk op {Bevestigen} om de ingesproken meldtekst op te slaan.
> De meldtekst is gewijzigd.
7 [6], {Terug}. Herhaal dit tot u weer in het hoofdmenu bent.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave