Voor
meer
informatie
over
bodemplaatverwarming: zie
"5.2.2 Bodemplaatverwarming" op
pagina 12.
De systeeminstellingen
Automatische herstart
Bij herstelling van de stroomvoorziening na een stroomonderbreking
zal de automatische herstartfunctie de instellingen van de
afstandsbediening van voor de stroomonderbreking herstellen.
Daarom is het aanbevolen de functie altijd in te schakelen.
#
Code
[A.6.1]
[3‑00]
Is de automatische-herstartfunctie van
de unit toegestaan?
▪ 0: Nee
▪ 1: Ja
De besturing energieverbruik
Besturing energieverbruik
#
Code
[A.6.3.1]
[4-08]
Modus:
▪ 0 (Geen beperking): Uitgeschakeld.
▪ 1 (Continu): Geactiveerd: U kunt
één vermogengrenswaarde (in A of
kW) instellen om aan te gegeven dat
het energieverbruik van het systeem
altijd tot deze waarde beperkt zal
worden.
[A.6.3.2]
[4-09]
Type:
▪ 0
worden in A ingesteld.
▪ 1 (Vermogen): De grenswaarden
worden in kW ingesteld.
[A.6.3.3]
[5-05]
Waarde: Alleen van toepassing in het
geval van een voltijdse
vermogenbeperking.
0 A~50 A, stap: 1 A
[A.6.3.4]
[5-09]
Waarde: Alleen van toepassing in het
geval van een voltijdse
vermogenbeperking.
0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW
De gemiddeldentimer
De gemiddeldentimer corrigeert de invloed van de schommelingen
van
de
omgevingstemperatuur.
weersafhankelijk instelpunt gebeurt op basis van de gemiddelde
buitentemperatuur.
Er wordt over een geselecteerde tijdsinterval een gemiddelde
genomen van de buitentemperatuur.
#
Code
[A.6.4]
[1-0A]
Gemiddeldentimer buitentemperaturen:
▪ 0: Geen gemiddelde
▪ 1: 12 uur
▪ 2: 24 uur
▪ 3: 48 uur
▪ 4: 72 uur
De temperatuurafwijking via de externe
buitenomgevingstemperatuursensor
Alleen
van
toepassing
buitenomgevingstemperatuursensor
geconfigureerd.
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1A – 2019.05
het
aansluiten
van
de
Beschrijving
Beschrijving
(Stroom):
De
grenswaarden
De
berekening
van
het
Beschrijving
wanneer
een
externe
werd
geplaatst
en
U kunt de externe buitenomgevingstemperatuursensor ijken. Er kan
een afwijking op de thermistorwaarde ingegeven worden. De
instelling kan gebruikt worden om situatie te compenseren waarin de
externe buitenomgevingstemperatuursensor niet op de ideale plaats
(zie afbeelding) kan worden geplaatst.
#
Code
[A.6.5]
[2‑0B]
–5°C~5°C, stap: 0,5°C
Het gedwongen ontdooien
U kunt handmatig een ontdooien starten.
De beslissing om handmatig te ontdooien wordt genomen door de
buitenunit
en
hangt
af
warmtewisselaaromstandigheden.
gedwongen
ontdooien
aanvaard
gebruikersinterface verschijnen. Indien
verschijnt nadat het gedwongen ontdooien geactiveerd werd, heeft
de buitenunit het verzoek voor gedwongen ontdooien verworpen.
#
Code
[A.6.6]
Nvt
Wilt u een ontdooiproces starten?
Beveiligingen uitschakelen
De software bevat een stand "installateur ter plaatse" ([A.6.D]:
Bescherming uitschakelen) die de automatische werking van de
unit uitschakelt.
#
Code
[A.6.D]
Nvt
▪ AAN:
uitgeschakeld.
functies zijn uitgeschakeld. Als de
startpagina's
gebruikersinterface uit staan, zal de
unit NIET automatisch werken. Om de
automatische
beschermende
schakelen,
uitschakelen=UIT.
▪ UIT: 12 uur nadat de unit voor het
eerst onder spanning werd gezet, zal
de
uitschakelen=UIT instellen, zodat de
stand "installateur ter plaatse" wordt
gestopt en de beschermende functies
ingeschakeld
installateur terug ter plaatse komt,
moet
uitschakelen=AAN
instellen.
Pompwerking
Wanneer de functie pompwerking gedeactiveerd is, wordt de pomp
stilgelegd als de buitentemperatuur hoger is dan de in [4-02]
ingestelde waarde of als de buitentemperatuur onder de in [F-01]
ingestelde waarde daalt. Wanneer de pompwerking geactiveerd is,
kan de pomp bij alle buitentemperaturen werken.
#
Code
Nvt
[F‑00]
Pompwerking:
▪ 0:
buitentemperatuur hoger is dan [4-02]
of lager is dan [F-01] afhankelijk van
de bedrijfsmodus van de verwarming.
▪ 1:
buitentemperaturen.
Pompsnelheidbeperking
Pompsnelheidbeperking [9‑0D] bepaalt de maximumsnelheid van de
pomp. In normale omstandigheden zou de standaardinstelling NIET
moeten worden gewijzigd. De pompsnelheidbeperking zal ook
worden genegeerd wanneer delta T abnormaal is.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10 Configuratie
Beschrijving
van
de
omgevings-
en
Wanneer
de
buitenunit
het
heeft,
zal
op
de
NIET binnen de 6 minuten
Beschrijving
Beschrijving
Automatische
werking
is
Alle
beschermende
van
de
werking
en
de
functies
in
te
zet
Beschermingen
unit
Beschermingen
worden.
Indien
de
deze
Beschermingen
handmatig
Beschrijving
Uitgeschakeld
als
de
Mogelijk
voor
alle
71