#
Code
[A.2.2.2]
[E‑06]
Warmtapwatertank geplaatst in het
systeem?
▪ 0 (Nee): het warm tapwater wordt door
de boiler bereidt wanneer er een
verzoek is.
▪ 1 (Ja): het warm tapwater wordt door
de tank bereidt.
Let op: Voor Zwitserland MOET de
instelling "1" zijn.
[A.2.2.3]
[E‑07]
Warm tapwatertank:
▪ 0 (Type 1): EKHWS*D* of tank van
derden (zie hieronder).
▪ 4 (Type 5). EKHWP.
▪ 6 (Type 7) Tank van derden.
Bereik: 0~6
[A.2.2.A]
[D‑02]
Indien een tank werd geïnstalleerd, kan
op de buitenunit een ter plaatse te
voorziene pomp voor warm tapwater
(AAN/UIT-type) worden aangesloten. We
onderscheiden zijn functie in functie van
de installatie en de configuratie op de
gebruikersinterface. Niet van toepassing
voor Zwitserland.
In geval van [E‑06]=1
▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd
▪ 1 (Secund
voor
wanneer warm water genomen wordt.
De eindgebruiker geeft in wanneer
deze
werken (wekelijks programma). Deze
pomp kan via de buitenunit worden
bediend.
▪ 2 (Disinf.
voor desinfectie. Ze werkt wanneer de
desinfectiefunctie
warmtapwaterfunctie werkt. Er hoeven
geen verdere instellingen ingesteld te
worden.
Zie tevens de afbeeldingen hieronder.
INFORMATIE
De tank kan worden opgewarmd via de gasboiler of
warmtepomp.
OPMERKING
Indien
het
systeem
ogenblikkelijk warm water bevat ([D‑02]=1), kan de
warmtewisselaar van de ketel sneller verkalken doordat er
vaker warm tapwater wordt bereid.
In geval van [E‑06]=1
Pomp voor warm tapwater geïnstalleerd voor...
Ogenblikkelijk warm water
a
b
c
e
f
d
a
Buitenunit
b
Gasboiler
c
Tank
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1A – 2019.05
Beschrijving
retour): Geïnstalleerd
ogenblikkelijk
warm
water
warmtapwaterpomp
moet
shunt): Geïnstalleerd
van
de
een
warmtapwaterpomp
voor
Desinfectie
a
b
c
f
g e
h d
d
Koud water
e
Douche
f
Pomp voor warm tapwater
g
Verwarmingselement
h
Terugslagklep
INFORMATIE
De correcte standaardinstelling voor warm tapwater wordt
alleen van toepassing wanneer de bediening van warm
tapwater is geactiveerd ([E‑05]=1).
Thermostaten en externe sensoren
Regeling via externe kamerthermostaat is alleen van toepassing in
het geval van een NHY2KOMB28+32AA gasboiler.
#
Code
[A.2.2.4]
[C-05]
Primair contact
In de regeling via een externe
kamerthermostaat moet het contacttype
van de optionele kamerthermostaat of
warmtepompconvector voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone ingesteld
worden. Zie
tot mogelijke toepassingen" op
pagina 18.
▪ 1 (Thermo AAN/UIT): De aangesloten
externe
warmtepompconvector stuurt de vraag
naar
NHY2KOMB28+32AA
(X4/6). Selecteer deze waarde in het
geval van een aansluiting op de
warmtepompconvector (FWXV).
▪ 2
aangesloten
kamerthermostaat stuurt een vraag
naar
aangesloten op de digitale ingang
(voorbehouden
aanvoerwatertemperatuurzone) op de
NHY2KOMB28+32AA gasboiler (X4/6)
aangesloten. Selecteer deze waarde
in het geval van een aansluiting met
een bedrade (EKRTWA) of draadloze
(EKRTR1) kamerthermostaat.
[A.2.2.B]
[C-08]
Extrn sensor
Als een optionele externe
omgevingssensor is aangesloten, moet
het type van de sensor ingesteld worden.
Zie
"7 Richtlijnen met betrekking tot
mogelijke toepassingen" op
▪ 0
thermistor in de gebruikersinterface en
deze
worden gebruikt om metingen uit te
voeren.
▪ 1 (Buitensensor): Geïnstalleerd. De
buitensensor zal gebruikt worden om
de
meten. Opmerking: Voor sommige
functies
temperatuursensor in de buitenunit
gebruikt.
▪ 2
toepassing.
Spaarstand
De gebruiker kan kiezen of het schakelen tussen bedrijfsmodi
economisch of ecologisch geoptimaliseerd is. Wanneer het systeem
op Economisch is ingesteld, zal het in alle bedrijfsomstandigheden
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10 Configuratie
Beschrijving
"7 Richtlijnen met betrekking
kamerthermostaat
verwarming
door
naar
gasboiler
(Verw/koel
vraag):
externe
verwarming
door
en
voor
de
primaire
pagina 18.
(Nee):
NIET
geïnstalleerd.
in
de
warmtepompmodule
buitenomgevingstemperatuur
wordt
nog
steeds
(Kamersensor):
NIET
van
61
of
de
De
is
De
te
de