10 Configuratie
INFORMATIE
Deze
temperatuuroverregeling
aanvoerwatertemperatuur van de warmtepomp. Noteer dat
wanneer de gasboiler aan het werken is, er een
overregeling van 5°C kan zijn over de gewenste
temperatuur waaraan het water de boiler verlaat.
De aanvoerwatertemperatuur rond 0°C compenseren
Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 0°C bedraagt, wordt
plaatselijk de gewenste aanvoerwatertemperatuur hoger tijdens het
verwarmen. Deze compensatie kan geselecteerd worden wanneer
een absolute of weersafhankelijke gewenste temperatuur gebruikt
wordt (zie de afbeelding hieronder). Gebruik deze instelling om
mogelijke warmteverliezen van het gebouw door de verdamping van
gesmolten ijs of sneeuw (bijv. in landen of streken waar het koud
kan zijn) te compenseren.
T
T
t
t
L
L
R
R
T
A
0°C
0°C
a
b
a
Absoluut gewenste aanvoerwatertemperatuur
b
Weersafhankelijke gewenste aanvoerwatertemperatuur
#
Code
Nvt
[D-03]
▪ 0 (uitgeschakeld)
▪ 1 (geactiveerd) L=2°C,
R=4°C (−2°C<T
▪ 2 (geactiveerd) L=4°C,
R=4°C (−2°C<T
▪ 3 (geactiveerd) L=2°C,
R=8°C (−4°C<T
▪ 4 (geactiveerd) L=4°C,
R=8°C (−4°C<T
Maximummodulatie van de aanvoerwatertemperatuur
ALLEEN van toepassing in kamerthermostaatregeling en wanneer
modulatie is ingeschakeld. De maximummodulatie (=afwijking) van
bijv. 3°C voor de gewenste aanvoerwatertemperatuur bepaald op
basis van het verschil tussen de werkelijke kamertemperatuur en de
gewenste
kamertemperatuur
aanvoerwatertemperatuur met 3°C verhoogd of verlaagd kan
worden. Deze modulatie vergroten zorgt voor betere prestaties
(minder AAN/UIT, sneller verwarmen), maar er MOET ALTIJD,
afhankelijk van de warmteafgever, een evenwicht zijn (raadpleeg de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers) tussen de
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur.
#
Code
Nvt
[8-06]
0°C~10°C
De temperatuurbereiken (kamertemperatuur)
ALLEEN van toepassing in kamerthermostaatregeling. Om energie
te besparen door te beletten dat de kamer teveel verwarmd wordt,
kunt u het gebied van de kamertemperatuur beperken.
OPMERKING
Wanneer
de
bereiken
aangepast
worden,
kamertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnen
de grenswaarden blijven.
#
Code
Kamertemp.bereik
[A.3.2.1.2]
[3-06]
Maximumtemp (verwarm)
18°C~30°C
Uitgebreide handleiding voor de installateur
66
geldt
voor
T
A
Beschrijving
<2°C)
A
<2°C)
A
<4°C)
A
<4°C)
A
betekent
dat
de
gewenste
en
de
gewenste
Beschrijving
voor
de
kamertemperaturen
moeten
ook
alle
gewenste
Beschrijving
#
Code
[A.3.2.1.1]
[3-07]
de
De kamertemperatuurstap
ALLEEN van toepassing in kamerthermostaatregeling en als de
temperatuur in °C wordt weergegeven.
#
Code
[A.3.2.4]
Nvt
De kamertemperatuurafwijking
ALLEEN van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. U kunt de kamertemperatuursensor ijken. U kunt
een afwijking instellen op de waarde van de kamerthermistor
gemeten door de gebruikersinterface. De instellingen kunnen
worden
gebruikt
om
gebruikersinterface
geïnstalleerd.
#
Code
Kamertemp.afwijking: Afwijking op de werkelijke
kamertemperatuur gemeten op de sensor van de
gebruikersinterface.
[A.3.2.2]
[2-0A]
Vorstbescherming kamer
Vorstbescherming kamer zorgt ervoor dat het nooit te koud wordt in
de kamer. Deze instelling gedraagt zich verschillend afhankelijk van
de ingestelde manier om de unit te regelen ([C‑07]). Voer acties uit
volgens onderstaande tabel:
Manier om de unit te regelen
([C‑07])
Regeling via kamerthermostaat
([C‑07]=2)
Regeling via externe
kamerthermostaat ([C‑07]=1)
Regeling via de
aanvoerwatertemperatuur
([C‑07]=0)
OPMERKING
Indien het systeem GEEN back-upverwarming bevat,
wijzig
dan
kamertemperatuur.
INFORMATIE
Indien
er
vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd.
Beschrijving
Minimumtemp (verwarm)
12°C~18°C
Beschrijving
Kamertemp. stap
▪ 1°C. De gewenste kamertemperatuur
op de gebruikersinterface kan in
stappen van 1°C ingesteld worden.
▪ 0,5°C.
De
kamertemperatuur
gebruikersinterface kan in stappen van
0,5°C ingesteld worden. De werkelijke
kamertemperatuur
wordt
nauwkeurigheid
van
weergegeven.
situaties
te
compenseren
niet
op
de
ideale
plaats
Beschrijving
–5°C~5°C, stap 0,5°C
Vorstbescherming kamer
Sta de kamerthermostaat toe te
zorgen voor Vorstbescherming
kamer:
▪ Zet [2‑06] op "1"
▪ Stel
de
vorstbeschermende
kamertemperatuur in ([2‑05]).
Sta de externe kamerthermostaat
toe te zorgen voor
Vorstbescherming kamer:
▪ Draai de startpagina van de
aanvoerwatertemperatuur
AAN.
Vorstbescherming kamer is NIET
gegarandeerd.
NIET
de
standaard
vorstbeschermende
zich
een
U4-storing
voordoet,
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1A – 2019.05
gewenste
op
de
met
een
0,1°C
waarin
de
kan
worden
is