Probleem
De pagina of een gedeelte
van de pagina is zwart.
De taak wordt afgedrukt,
maar de bovenmarge en
zijmarges zijn onjuist.
ABC
ABC
DEF
DEF
Er verschijnen
schaduwafbeeldingen.
Afdrukken met een grijze
achtergrond.
Terugkerende storingen.
Een deel van de afdruk
wordt afgesneden aan de
zijkant, bovenkant of
onderkant van het papier.
Het beeld is scheef
afgedrukt of vervormd.
Slechte afdrukkwaliteit op
transparanten.
Actie
Controleer of de cartridge goed is geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat de laadrol goed op zijn plaats zit en niet aan het eind van de levensduur is.
• Controleer of de instelling voor papierformaat in het menu Papier goed is.
• Controleer of de marges in de toepassing correct zijn ingesteld.
• Controleer of de instelling voor de papiersoort in het menu Papier goed is.
• Plaats de cartridge terug.
• De instelling voor de tonerintensiteit is te hoog. Wijzig de instelling voor de
tonerintensiteit in het menu Kwaliteit. RaadpleegHandleiding menu's en berichten op de
cd met documentatie voor meer informatie.
• Mogelijk is de tonercartridge beschadigd. Plaats de cartridge terug.
De tonercartridge, overdrachtrollen of het verhittingsstation is stuk. Meer informatie vindt u in
"Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen.".
Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat.
• Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen.
• Selecteer bij Papiersoort in het menu Papier de optie Transparant.
Afdrukkwaliteit en problemen
oplossen
Pagina 4 van 5