De pagina met menu-instellingen
afdrukken
U kunt een pagina met menu-instellingen afdrukken
om de standaardinstellingen van de printer te bekijken
en te controleren of de printeropties correct zijn
geïnstalleerd.
1 Controleer of de printer is ingeschakeld.
2 Druk op
op het bedieningspaneel.
3 Druk op
totdat
Rapporten.
4 Druk op
.
5 Druk op
totdat
met menu-instellingen.
6 Druk op
.
Nadat de pagina is afgedrukt, wordt het
bericht Gereed opnieuw weergegeven.
Pagina met netwerkinstellingen
afdrukken
U kunt een pagina met netwerkinstellingen afdrukken
om de standaardinstellingen van de printer te bekijken
en te controleren of de printeropties correct zijn
geïnstalleerd.
1 Controleer of de printer is ingeschakeld.
2 Druk op
op het bedieningspaneel.
3 Druk op
totdat
Rapporten.
4 Druk op
.
5 Druk op
totdat
met netwerkinstellingen of Pagina met
netwerkinstellingen <x>.
6 Druk op
.
De printer keert terug in de werkstand Gereed
nadat de pagina met netwerkinstellingen is
afgedrukt.
verschijnt naast
verschijnt naast Pagina
verschijnt naast
verschijnt naast Pagina
Handleiding voor afdrukken
Pagina 3 van 8
Beveiligde taken en wachtstandtaken
afdrukken
De functie voor het afdrukken van beveiligde taken en
wachtstandtaken maakt het mogelijk een beveiligde,
gecontroleerde, gereserveerde of herhaalde
afdruktaak af te drukken of te verwijderen.
Als u een taak naar de printer stuurt, kunt u in het
stuurprogramma opgeven dat de taak in het
printergeheugen moet worden opgeslagen. Als de
taak is opgeslagen, ga dan naar de printer en gebruik
het bedieningspaneel van de printer om op te geven
wat u met de afdruktaak wilt doen.
Aan alle beveiligde afdruktaken en wachtstandtaken is
een gebruikersnaam gekoppeld. Selecteer Taken in
wacht op het beginscherm om toegang te krijgen tot
beveiligde taken of wachtstandtaken, en selecteer
vervolgens uw gebruikersnaam. Nadat u de
gebruikersnaam hebt geselecteerd, kunt u:
Alle taken afdrukken
Een taak afdrukken
Exemplaren
afdrukken
Een beveiligde taak afdrukken
Wanneer u een beveiligde taak naar de printer stuurt,
dient u via het stuurprogramma een PIN-code
(persoonlijk identificatienummer) in te voeren.
De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 1 tot en
met 9. De afdruktaak wordt vervolgens in het
printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde
viercijferige PIN-code invoert via het bedieningspaneel
en aangeeft of u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
Zo weet u zeker dat de afdruktaak niet wordt
uitgevoerd voordat u zelf bij de printer bent gearriveerd
om de afgedrukte exemplaren op te halen.
Geen enkele andere gebruiker van de printer kan de
taak uitvoeren zonder de PIN-code.
Windows
1 Selecteer in een tekstverwerker, spreadsheet,
browser of andere toepassing Bestand
Afdrukken.
2 Klik op Eigenschappen. (Als er geen knop
Eigenschappen is, klikt u op Instellingen, en
vervolgens op Eigenschappen.)
Alle taken verwijderen
Een taak verwijderen