Toegepaste bediening
De beschrijvingen vanaf dit punt zijn voor functies die niet worden
beschreven in de softwarehandleiding van Serato DJ en die speciaal
bedoeld zijn voor wanneer dit toestel en Serato DJ samen worden
gebruikt.
De performance-pads gebruiken
Er zijn twee standen voor de performance-pads van de DDJ-SR.
Pad-stand
De Performance-pads worden gebruikt voor het regelen van de Hot Cue-,
de Loop Roll-, de Slicer- en de Sampler-functie.
Deze functies worden omgeschakeld met de betreffende toetsen voor
de pad-stand (de [HOT CUE]-standtoets, [ROLL]-standtoets, [SLICER]-
standtoets en de [SAMPLER]-standtoets).
Pad Plus-stand
Hierin worden de hot-cue rol, Trans Pad, Combo FX en sampler rol-func-
ties bediend.
! Zie Gebruiken van de Pad Plus-stand (blz. 24) voor instructies over
de bediening in de Pad Plus-stand.
Gebruiken van hot-cues
Met deze functie kan de weergave onmiddellijk worden begonnen vanaf
een positie waarvoor een hot-cue is ingesteld.
! Er kunnen per muziekstuk tot acht hot-cuepunten worden ingesteld
en opgeslagen.
1 Druk op de [HOT CUE]-standtoets.
De [HOT CUE]-standtoets licht op en de hot-cuestand wordt ingesteld.
2 Je kunt in de afspeel- of de pauzestand het hot-
cuepunt instellen door op een performance-pad te
drukken.
De hot-cuepunten worden toegewezen aan de verschillende performan-
ce-pads zoals hieronder wordt getoond.
Hot-cue1
Hot-cue2
Hot-cue5
Hot-cue6
3 Druk op de performance-pad waarop het hot-cuepunt
is ingesteld.
Het afspelen begint vanaf het hot-cuepunt.
! Ingestelde hot-cuepunten kun je wissen door op een performan-
ce-pad en tegelijkertijd op de [SHIFT]-toets te drukken.
Gebruik van de lus-rolfunctie
Wanneer er op een performance-pad wordt gedrukt, wordt er een lus met
het aantal beats dat aan die pad is toegewezen ingesteld en wordt de lus
afgespeeld, ook wanneer de pad niet meer aangeraakt wordt.
Tijdens het afspelen van een lus-rol, zal op de achtergrond het normale
afspelen doorgaan met het oorspronkelijke ritme. Wanneer het afspelen
van de lus-rol wordt geannuleerd, zal het afspelen worden hervat vanaf
het punt dat op de achtergrond is bereikt op het moment waarop het
afspelen van de lus-rol werd geannuleerd.
1 Druk op de [ROLL]-standtoets.
De [ROLL]-standtoets licht op en de Roll-stand wordt ingeschakeld.
18
Nl
Hot-cue3
Hot-cue4
Hot-cue7
Hot-cue8
2 Druk op de [PARAMETERc]- of de
[PARAMETERd]-toets.
De Loop Roll-beats die aan de performance-pads zijn toegewezen, scha-
kelen steeds over wanneer je op één van de toetsen drukt.
Je kunt de volgende vier instellingen maken:
1 4 beats vanaf 1/32
2 8 beats vanaf 1/16
3 16 beats vanaf 1/8
4 32 beats vanaf 1/4
Bijvoorbeeld, met de instelling "8 beats vanaf 1/16" is de instelling van de
pad zoals hieronder wordt getoond.
1/16 beat
1/8 beat
1 beat
2 beats
Het bereik van beats die zijn ingesteld voor de Loop Roll wordt weergege-
ven op het scherm van de computer.
3 Houd één van de performance-pads ingedrukt.
Een Loop Roll met het aantal beats dat is toegewezen aan de pad die je
hebt ingedrukt, wordt afgespeeld. Het afspelen gaat door op de achter-
grond tijdens het afspelen van de Loop Roll.
! Je kunt het aantal beats van de op dat moment spelende Loop
Roll wijzigen door op de [1/2X (IN)]- of de [2X (OUT)]-toets te
drukken tijdens het afspelen van de Loop Roll.
4 Laat de performance-pad los.
Het afspelen van de lus-rol wordt geannuleerd en het afspelen wordt
hervat vanaf het punt dat op de achtergrond is bereikt.
De Slicer-functie gebruiken
Het opgegeven bereik wordt in acht gelijke delen verdeeld en deze acht
delen worden aan de verschillende performance-pads toegewezen.
Wanneer je op één van de performance-pads drukt, wordt het geluid van
het deel dat aan die pad is toegewezen in een lus afgespeeld.
Tijdens het in een lus afspelen van het geluid van de pad, gaat het nor-
male afspelen met het oorspronkelijke ritme op de achtergrond door.
Wanneer je de pad loslaat en het afspelen van de lus eindigt, wordt het
afspelen hervat vanaf de positie die op dat punt is bereikt.
! De Slicer-functie kan niet worden gebruikt bij muziekstukken waar-
voor geen beatpatroon is ingesteld. Zie voor nadere bijzonderheden
over het instellen van beatpatronen de softwarehandleiding van
Serato DJ.
1 Druk op de [SLICER]-standtoets.
De [SLICER]-standtoets licht op en Slicer-stand 1 wordt ingeschakeld.
2 Selecteer de Slicer-stand met een druk op de
[SLICER]-standtoets.
De stand wisselt steeds tussen Slicer-stand 1 en Slicer-stand 2 wanneer
je op de toets drukt.
= Slicer-stand 1 en Slicer-stand 2 (pag.19)
1/4 beat
1/2 beat
4 beats
8 beats