LT-12 SERIE LICHTMAST – VEILIGHEIDSBERICHTSYMBOLEN
VOOR UW EIGEN VEILIGHEID EN DIE VAN
ANDEREN!
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen moeten
altijd worden genomen wanneer deze ap-
paratuur wordt gebruikt. Als de veiligheids-
berichten en bedieningsinstructies niet
worden gelezen en begrepen, kan dit lei-
den tot letsel bij uzelf en anderen.
OPMERKING
VEILIGHEIDSBERICHTSYMBOLEN
De drie (3) veiligheidsberichten hieronder informeren u over moge-
lijke gevaren waardoor u of anderen letsel kunnen oplopen. De vei-
ligheidsberichten geven specifiek het blootstellingsniveau van de
bediener aan en worden voorafgegaan door een van de volgende
drie woorden: GEVAAR, WAARSCHUWING of VOORZICHTIG.
GEVAAR
U LOOPT DODELIJK of ERNSTIG letsel op als u de instruc-
ties NIET opvolgt.
WAARSCHUWING
U KUNT DODELIJK of ERNSTIG letsel oplopen als u de in-
structies NIET opvolgt.
VOORZICHTIG
U KUNT LETSEL oplopen als u de instructies NIET opvolgt.
PAGINA 4 – LT-12 SERIE LICHTMAST – BEDIENINGSHANDLEIDING – REV. NR. 9 (23/06/08)
Deze eigenaarshandleiding is opge-
steld om complete instructies te ge-
ven voor het veilig en efficiënt gebrui-
ken van de LT-12 serie lichtmast.
Voordat deze lichtmast wordt gebruikt,
moet u zorgen dat de bediener alle
instructies in deze handleiding heeft
gelezen en begrepen.
Mogelijke gevaren van het gebruiken van de LT-12 serie lichtmast
worden aangegeven met gevaarsymbolen in deze handleiding en
hiernaar wordt verwezen samen met de veiligheidsberichtsymbo-
len.
GEVAARSYMBOLEN
WAARSCHUWING – Dodelijke uitlaatgassen
De motoruitlaatgassen bevatten giftige kool-
monoxide. Dit gas is kleur- en geurloos en
kan dodelijk letsel vooroorzaken bij inade-
ming. Gebruik deze apparatuur NOOIT in
een gesloten ruimte of in een constructie
waar onvoldoende luchtstroming is.
WAARSCHUWING – Explosieve brandstof
Dieselbrandstof is uiterst brandbaar en de
dampen ervan kunnen bij ontbranding een
explosie veroorzaken. Start de motor NIET in
de buurt van gemorste brandstof of andere
brandbare vloeistoffen.
Vul de brandstoftank NIET terwijl de motor draait of heet is. Vul
de tank NIET te vol, omdat gemorste brandstof vlam kan vatten
als deze in contact komt met hete motoronderdelen of vonken
van het ontstekingssysteem. Bewaar brandstof in goedgekeur-
de vaten, in goed geventileerde ruimten en uit de buurt van von-
ken en vlammen.
WAARSCHUWING – Verbrandingsgevaar
De motoronderdelen kunnen extreem heet
worden. Raak om brandwonden te voorkomen
deze onderdelen NIET aan terwijl de motor
draait of direct nadat deze heeft gedraaid. Laat
de motor nooit draaien als de hitteschermen
of -beschermingen zijn verwijderd.
VOORZICHTIG – Inhaleringsgevaar
Draag ALTIJD goedgekeurde ademhalingsbe-
scherming wanneer dit vereist is.