Inhoudsopgave
Advertenties
LT-12 SERIE LICHTMAST – PROBLEEMOPLOSSING (LAMPEN)
SYMPTOOM
Lamp start langzaam op (er vormt
zich geen LICHTBOOG wanneer de
schakelaar wordt omgezet)
De stroomverbreker wordt geacti-
veerd terwijl de lamp opstart
Lamp geeft weinig licht
Lampkleuren verschillen
Boogbuis kleurloos of opgezwollen
Korte levensduur lamp
LT-12 SERIE LICHTMAST – BEDIENINGSHANDLEIDING – REV. NR. 9 (23/06/08) – PAGINA 39
TABEL 12. PROBLEEMOPLOSSING (LAMPEN) (VERVOLG)
MOGELIJK PROBLEEM
Defecte lamp?
Kortsluiting of sluiting met massa?
Normale lamplichtafname?
Vuile lamp of fitting?
Defecte ballast?
Verkeerde spanning?
Onjuiste ballast?
Normale lamplichtafname?
Vuile fitting?
Verkeerde lamp?
Te hoge spanning van voeding?
Onjuiste ballast?
Lamp beschadigd?
Onjuiste ballast?
OPLOSSING
De lamp kan lange tijd gloeien. Na controle van spanning en ballast
vervangen.
De bedrading met het schema vergelijken. Controleren op kortslui-
ting of sluiting met massa.
Lamp vervangen.
Lamp en fitting schoonmaken.
De ballaststekkers in de generatorbehuizing verwisselen. Als de
lamp weer de normale lichtsterkte heeft, de ballast vervangen.
Controleren op opgezwollen condensators, een verkoolde bedra-
ding, kern of spoel of andere signalen van bovenmatige warmte.
Spanning bij ballastingang controleren. De spanning moet binnen
10% van de waarde op het naamplaatje liggen. De draadverbindin-
gen op spanningsverlies controleren. Contactpunt fitting controleren.
De gegevens op het ballastnaamplaatje vergelijken met de
lampgegevens.
De lichtopbrengst en de helderheid van de lamp neemt af en de kleur
verandert iets naarmate de lamp ouder wordt. Als de lampen stuk
voor stuk worden vervangen, nemen de verschillen in lampkleur af.
Ook als alle lampen worden vervangen, is er minder kleurverschil.
Door vuile fittingen krijgen de lampen een andere kleur. Fitting
schoonmaken.
Controleer bij lampen met een andere kleur de lampgegevens.
Vervangen door een lamp met de juiste kleur.
Spanning bij ballast controleren. Op stroom- of spanningspieken
controleren. Controleren op kortgesloten condensators en vervan-
gen indien defect.
Lamp heeft gebrand op een ballast ontworpen voor een lamp met
een hoger wattage. De gegevens op het ballastnaamplaatje
vergelijken met de lampgegevens.
Controleren op barsten in het buitenste lampglas. Als er lucht het
buitenste lampglas binnenkomt, kan de boogbuis nog 100 uur
branden voordat deze defect raakt. Controleer het lampglas op
barsten in de buurt van de basis, die het gevolg kunnen zijn van het
te strak vastdraaien van de lamp in de fitting of van schroeien doordat
de fitting onbedoeld in aanraking is gekomen met het lampglas.
Kijken naar gebroken boogbuis of losse metaaldeeltjes. Lamp
vervangen. (Gloeidraden veroorzaken oxidatie van metaaldeeltjes.)
De gegevens op het ballastnaamplaatje moeten overeenkomen met
de lijnspanning van de lamp en de lamp die wordt gebruikt. Als een
verkeerde ballast wordt gebruikt, heeft de lamp een kortere
levensduur. Bovendien kan de ballast defect raken.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
