WAARSCHUWING – Inhaleringsgevaar
De uitlaatpijp van de motor stoot schadelijke
stoffen uit. Leid de stoffen ALTIJD naar buiten
wanneer u in een tunnel, afgraving of gebouw
werkt. Leid de gassen weg van personeel in
de buurt.
Het volgende moet het geval zijn voordat u de motor
inschakelt:
1. Zorg dat de elektrische lading is losgekoppeld en dat de
hoofdstroomverbreker en alle stroomverbrekers van de lam-
pen (4) op de OFF-stand (uit) staan voordat u de motor start.
2. Start de motor NOOIT als één van de stroomverbrekers in de
ON-stand (aan) staat.
3. Zorg dat de lichtmast op een veilig, vlak oppervlak staat met
onder elk wiel een stopblok om te voorkomen dat de lichtmast
wegrolt.
4. De zijpoten zijn volledig uitgeschoven om te voorkomen dat de
aanhanger omkantelt.
5. Alle mastsecties zijn tot de gewenste hoogte omhoog gebracht.
GEVAAR – Gevaar door obstructies boven
het hoofd
Zorg er ALTIJD voor dat de
ruimte boven de lichtmast vrij
is van bovengrondse elektrici-
teitsleidingen en andere ob-
structies. De mast kan verder
dan 9 m (30 ft) worden uitge-
schoven. Contact met boven-
grondse elektriciteitsleidingen
of andere obstructies boven het
hoofd kan resulteren in appa-
ratuurschade, ernstig of dode-
lijk letsel .
LT-12 SERIE LICHTMAST – BEDIENINGSHANDLEIDING – REV. NR. 9 (23/06/08) – PAGINA 25
LT-12 SERIE LICHTMAST – INSPECTIE
6. De onderste mast is op zijn plaats vergrendeld.
7. De steunpoten van de lichtmastaanhanger zijn correct geplaatst
en de aanhanger staat waterpas.
8. De schijnwerpers zijn op de juiste stand ingesteld.
9. Onder elk wiel is een stopblok geplaatst om te voorkomen dat
de aanhanger wegrolt.
10. Er bevinden zich GEEN obstructies voor de schijnwerpers.
11. De stroomkabels van de schijnwerpers zijn aangesloten op de
juiste aansluitingen (J1-J4) op de T-balk.
12. Het chassis van de lichtmastaanhanger is correct geaard.
OPMERKING
Start de motor ALLEEN als aan alle
voorwaarden in stap 1 t/m 12 is vol-
daan.