82
E-mail
Conflicten oplossen — Definieer welk item wordt bewaard
wanneer dit zowel op het apparaat als op de server is bewerkt
na de laatste synchronisatie.
Referenties
Gebruikersnaam — Bewerk uw gebruikersnaam voor de
Exchange-server.
Wachtwoord — Bewerk uw wachtwoord voor de Exchange-
server.
Domein — Bewerk uw domein op de Exchange-server.
E-mail
E-mail synchroniseren — E-mailsynchronisatie
inschakelen.
E-mailadres — Bewerk uw e-mailadres.
Accounttitel — Bewerk de accounttitel.
Handtekening — Gebruik een handtekening in de e-
mailberichten die worden verzonden vanaf uw Mail for
Exchange-account.
Berichten synchroniseren tot — Definieer hoe oude
berichten worden gesynchroniseerd met de server.
Tijdens het verzenden van e-mails — Definieer of
uitgaande berichten direct worden verzonden of pas na de
volgende synchronisatie.
Kalender en taken
Kalender en taken synchroniseren — Kalender- en
taaksynchronisatie inschakelen.
Kalender — Definieer welke kalender wordt gebruikt voor
Mail for Exchange.
Kalender synchroniseren tot — Definieer hoe oude
kalendergebeurtenissen en taken worden gesynchroniseerd
met de server.
Voltooide taken synchroniseren — Voltooide taken
opnemen in de synchronisatie.
Contacten
Contactpersonen synchroniseren
— Contactsynchronisatie inschakelen.
Eerste synchronisatie — Definieer of alle lokaal opgeslagen
contacten worden verwijderd, als het apparaat voor de eerste
keer met de server wordt gesynchroniseerd.
Opnieuw synchroniseren
Volledig opnieuw synchroniseren — Beginnen met het
volledig opnieuw synchroniseren.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Verbindingsspecifieke SMTP-servers configureren
Met verbindingsspecifieke SMTP-servers kan de e-
mailtoepassing verbinding maken met een SMTP-server en
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.