28
Inleiding
Een dialoogvenster sluiten
Tik buiten het dialoogvenster. Alle wijzigingen en selecties
worden geannuleerd.
Tekstinvoer
Het fysieke toetsenbord gebruiken
Als u het fysieke toetsenbord wilt gebruiken, schuift u het
aanraakscherm naar boven. Wanneer u het fysieke
toetsenbord gebruikt, wordt het virtuele toetsenbord
uitgeschakeld.
Naast de tekentoetsen bevat het fysieke toetsenbord de
volgende toetsen:
1
Sym-/Ctrl-toets
2
-toets
3
Shift-toets.
4
Spatie-toets
5
Enter-toets
6
Backspace-toets
Tekst invoeren
Druk op de toetsen op het toetsenbord.
Tussen hoofd- en kleine letters schakelen
Druk op de Shift-toets. Om alleen hoofdletters of kleine letters
te typen, drukt u twee keer op de Shift-toets. Als u terug wilt
gaan naar de normale modus, drukt u opnieuw op de Shift-
toets.
Een getal, speciaal teken of veelgebruikt symbool
invoeren
Houd
ingedrukt, en druk vervolgens op de toets waar het
teken bovenop is gedrukt. Als u alleen de tekens op de
bovenkant van de toetsen wilt invoeren, drukt u twee keer
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.