38
Uw apparaat aansluiten
Als het WLAN al is opgeslagen op uw apparaat, wordt
•
weergegeven.
WLAN-signaalsterkte, aangegeven door
•
Gebruikte coderingsmethode, aangegeven door
•
(WPA),
(WEP) of
Beveiligingsinstellingen
Selecteer
Instellingen
>
Verbindingen.
Voer in de dialoogvensters voor het instellen van de
verbinding de coderingssleutels in voor de desbetreffende
WLAN-verbinding. Indien mogelijk is het aan te raden om de
WPA-methode te gebruiken voor een sterkere beveiliging.
WEP-verificatie
Voer de WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) in. U kunt
meer dan één WEP-sleutel opgeven en ook de
standaardsleutel selecteren, indien dit door uw WLAN is
vereist.
WPA-verificatie
Voer de vooraf gedeelde WPA-sleutel (Wi-Fi Protected Access)
in. De sleutellengte dient tussen 8 en 63 tekens te zijn. Alleen
ASCII-tekens zijn toegestaan.
(geen)
en
Internetverbindingen
WPA met EAP-type
Als u het EAP-type (Extensible Authentication Protocol) wilt
definiëren, selecteert u een van de volgende opties:
TLS (Transport Layer Security-)verificatie — Selecteer het
clientcertificaat dat wordt gebruikt voor verificatie.
PEAP (Protected Extensible Authentication
Protocol-)verificatie of TTLS (Tunnelled Transport Layer
Security) — Selecteer een verificatiemethode die wordt
>
gebruikt in PEAP of TTLS en een optioneel clientcertificaat.
Definieer voor MSCHAPv2 een gebruikersnaam en
wachtwoord. Schakel het selectievakje
vragen naar wachtwoord
wachtwoord wordt gevraagd wanneer u een verbinding
maakt. Voer uw gebruikersnaam in voor GTC. Bij het maken
van een verbinding wordt u gevraagd om een reactie. De
clientcertificaten zijn optioneel. Neem voor meer informatie
contact op met uw internetprovider.
Geavanceerde instellingen opgeven
Selecteer
Instellingen
>
Verbindingen. Selecteer de verbinding en Bewerken.
Selecteer
Geavanceerd
Proxy-instellingen voor WLAN
Proxy's inschakelen
1
Selecteer
Proxy
Bij elke aanmelding
in als u wilt dat er altijd om uw
en
Internetverbindingen
in het laatste dialoogvenster.
gebruiken.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
>