3
Selecteer de internetverbinding die wordt geleverd door
uw netwerkserviceprovider, en selecteer Bewerken.
Voer de nieuwe gegevens in.
Als u elke keer dat u verbinding maakt het wachtwoord
wilt invoeren, schakelt u het selectievakje
aanmelding vragen naar wachtwoord
Geavanceerde instellingen
Geavanceerde packet-gegevensinstellingen worden op
dezelfde manier aangepast als WLAN-instellingen.
Actieve gegevensverbindingen
In het statusgebied worden de actieve
gegevensverbindingen aangegeven door de volgende
pictogrammen:
Er is een packet-gegevensverbinding actief.
Er is een draadloze LAN-verbinding (WLAN) actief.
of
Opmerking: De uiteindelijke rekening van de
serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren,
afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen,
belastingen, enzovoort.
Verbindingen sluiten
Selecteer het statusgebied en een verbinding en sluit de
verbinding.
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Draadloze verbindingen uitschakelen
Verbindingen uitschakelen
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Bij elke
Verbindingen inschakelen
in.
Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Belangrijk: In de modus Offline kunt u geen oproepen doen
of ontvangen en kunnen ook andere functies waarvoor een
netwerk- of Bluetooth-verbinding vereist is, niet worden
gebruikt. U kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen
dat in het apparaat is geprogrammeerd. Als u dergelijke
functies wilt gebruiken, dient u het apparaat eerst terug te
zetten in de normale modus. Als het apparaat is vergrendeld,
moet u de beveiligingscode invoeren.
Internetverbindingsinstellingen
U kunt selecteren welke verbindingen automatisch moeten
worden gebruikt, definiëren hoe vaak er op de achtergrond
op verbindingen moet worden gescand en het apparaat zo
instellen dat het overschakelt op een WLAN-verbinding
wanneer er een beschikbaar is.
Selecteer
Automatisch verbinding
Uw apparaat aansluiten
Instellingen
en
Internetverbindingen
>
maken.
41
Offline
Modus.
Normale
modus.
>