Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie Van De Parameter Troebelheid (Trb); Selecteer De Parameter Troebelheid (Trb); Factor; Offset - Hach TSS sc Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.5.1

Kalibratie van de parameter TROEBELHEID (TRB)

4.5.1.1

Selecteer de parameter TROEBELHEID (TRB)

4.5.1.2

FACTOR

4.5.1.3

OFFSET

Het nulpunt voor meting van troebelheid en droge stof wordt door de fabrikant in de
sensoren ingesteld.
Installatiecondities in de buizen kunnen verstorende grondreflecties tijdens het meten van
troebelheid veroorzaken. Dit kan op zijn beurt de verplaatsing van het nulpunt
veroorzaken. Dit effect kan worden gecompenseerd met een offset-correctie
(paragraaf4.5.1.3
OFFSET). Als tussen de weergegeven meetwaarden en
laboratoriumresultaten afwijkingen bestaan die niet aan de hierboven beschreven factoren
zijn verbonden, kan met gebruik van een factor de helling van de kalibratiecurve worden
bijgesteld (raadpleeg paragraaf
Voor de meting van een droge stof moet ten minste een 1-puntkalibratie worden
uitgevoerd. Bij moeilijke toepassingsomstandigheden, kan een 2-punt- of 3-puntkalibratie
nodig zijn (raadpleeg paragraaf
Voordat de sensor op de parameter TROEBELHEID (TRB) kan worden gekalibreerd,
moet eerst de parameter worden geselecteerd.
1. Open het MAIN MENU (HOOFDMENU).
2. Selecteer SONDE SETUP en bevestig uw keuze.
3. Selecteer de desbetreffende sensor en bevestig uw keuze.
4. Selecteer CONFIGUREREN en bevestig uw keuze.
5. Selecteer de PARAMETERS en bevestig uw keuze.
6. Selecteer de parameter TRB en bevestig uw keuze.
7. Ga terug naar het HOOFDMENU of naar de weergave van de meetmodus.
1. Open het MAIN MENU (HOOFDMENU).
2. Selecteer SONDE SETUP en bevestig uw keuze.
3. Selecteer de desbetreffende sensor en bevestig uw keuze.
4. Selecteer KALIBREREN en bevestig uw keuze.
5. Selecteer FACTOR en bevestig uw keuze.
6. Stel de gewenste factor in en bevestig uw keuze.
7. Ga terug naar het HOOFDMENU of naar de weergave van de meetmodus.
1. Open het MAIN MENU (HOOFDMENU).
2. Selecteer SONDE SETUP en bevestig uw keuze.
3. Selecteer de desbetreffende sensor en bevestig uw keuze.
4. Selecteer KALIBREREN en bevestig uw keuze.
5. Kies OFFSET en bevestig uw keuze.
6. Stel de gewenste offset in en bevestig uw keuze.
7. Ga terug naar het HOOFDMENU of naar de weergave van de meetmodus.
4.5.1 Kalibratie van de parameter TROEBELHEID
4.5.2 Kalibratie van de parameter DROGE STOF
Werking
(TRB)).
(TS)).
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave