PNSPO
1.1.1 Aansluiten sensor
Pt100
Indien gebruik gemaakt wordt van een Pt100 sluit u deze aan op de
klemmen 4, 5 & 6. De regelaar verwacht een 3-draads Pt100, deze hebben
over het algemeen 2 gelijke kleuren en 1 afwijkend. De gelijke kleuren gaan
onder klem 5 en 6, de afwijkende kleur onder klem 4.
Heeft u een 2-draads Pt100 sluit dan de opnemer aan tussen 4 en 5 met
een draadbrug tussen aansluiting 5 en 6.
Thermokoppel
Gebruikt u een thermokoppel, sluit deze dan aan op de klemmen 5 & 6
Let op! Een thermokoppel heeft een + en – Verkeerd aansluiten kan
resulteren in een negatieve of verkeerde waarde.
4-20 mA of 0-10 V
Een proceswaarde als 4-20 mA of 0-10 V kan respectievelijk aangesloten
worden op klem 4&5 en 5&6.
Figuur: 2: aansluiten sensor.
Voor de juiste werking van de regelaar moet altijd worden aangegeven
welke type sensor is aangesloten.
Indien dit niet juist gebeurt, geeft de regelaar een melding
s-err (sensor-error) of de verkeerde waarde.
Voor het juist instellen gaat u naar het
6
Snelle start instructie E5CC
hoofdstuk 1.2.1