3.
Luchtfilterdeksel verwijderen en zorgvuldig
schoonmaken.
4.
Voorfilter voorzichtig verwijderen. Als het
voorfilter vuil is, het voorzichtig wassen in een
oplossing van vloeibare zeep en warm water.
Naspoelen in schoon water. Filter goed laten
drogen alvorens het opnieuw te monteren.
5.
Als het papieren filter vuil is, het filter
schoonmaken door het voorzichtig tegen een
vlak oppervlak uit te kloppen. Als het filter sterk
vervuild is, moet het worden vervangen.
Belangrijk: Geen olie op het schuimfilter of
papieren filter aanbrengen. Geen
perslucht gebruiken om het papieren
filter te reinigen.
6.
Schuim-voorfilter over het papieren filter
aanbrengen. Luchtfilterdeksel monteren en goed
bevestigen met de twee (2) knoppen.
Vervangen van de bougie
Verwijder de bougie telkens na 25 bedrijfsuren ter
controle. Vervang de bougie na elke 100 bedrijfsuren
of elk maaiseizoen. Gebruik een Champion RC12YC
of gelijkwaardige bougie.
1.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan. Trek de kabel van de bougie af
(fig. 12).
2.
Maak de omgeving van de bougie schoon en
verwijder hem uit de cilinderkop.
Belangrijk: Vervang een gescheurde, verstopte of
vervuilde bougie. De elektroden
mogen niet worden geschuurd,
afgeschraapt of anderszins
schoongemaakt omdat er
motorschade kan ontstaan wanneer
er gruis in de cilinder komt.
3.
Stel de elektrodenafstand in op 0,5 mm (fig. 18).
Plaats de bougie met de juist afgestelde afstand
en de pakkingsluiting. Draai de bougie goed vast
tot 19 N m.
Aftappen van benzine uit de
brandstoftank
1.
Zet de motor af en wacht tot hij afgekoeld is. De
kabel van de bougie trekken (fig. 12).
NB.:
Benzine mag alleen worden afgetapt
bij koude motor
2.
Verwijder de dop van de brandstoftank en
gebruik een pomphevel om de brandstof in een
schoon benzineblik te laten lopen.
NB.:
Het aftappen van brandstof mag alleen
op deze manier gebeuren.
Vervangen van de carterolie
Vervang de olie na de eerste 5 bedrijfsuren en
vervolgens telkens na 50 uur of elk maaiseizoen. Olie
bij warme motor aftappen.
NB.:
Bij gebruik onder zware
omstandigheden of hoge temperaturen
de olie na elke 25 uur vervangen.
1.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan. Trek de kabel van de bougie af
(fig. 12).
2.
Verwijder de graszak. Tap alle benzine af uit de
brandstoftank, zie Aftappen van benzine uit de
brandstoftank, pagina 15.
3.
Neem de peilstok uit de olievulbuis en plaats een
opvangbak naast de linkerkant van de maaier.
4.
Zet de maaimachine op zijn linkerkant en laat de
olie in de bak lopen (fig. 19).
5.
Na het aftappen de maaier weer rechtop zetten en
de motor met verse olie vullen. Zie hiervoor de
paragraaf: Carter met olie vullen, pagina 8.
15