GEBRUIKSAANWIJZING
Ampèremeter PCE-HVAC 6
12 Type K temperatuurmeting
Om een temperatuurmeting door te voeren, gaat u als volgt te werk:
Schuif de schuifschakelaar naar onderen, om de thermo-element aansluitingen vrij te geven. Draai de
schakelaar in de 'TEMP' positie. Steek nu de thermo-elementen in het apparaat. Let hierbij op de
juiste polariteit. Op het display verschijnt direct de temperatuurwaarde. Met de MODE toets kunt u
schakelen tussen Fahrenheit (°F) en Celsius (°C). Met de RANGE toets kunt u vervolgens kiezen welke
aangesloten sensor weergegeven moet worden. Bij de aanduiding „T1-T2" wordt het verschil tussen
beide sensoren weergegeven. In het onderste gedeelte van het display wordt T1 of T2 weergegeven.
Dit kunt u makkelijk veranderen met de RANGE toets.
13 Meetwaarde vastzetten
Om de weergegeven meetwaarde vast te houden op het display, drukt u op HOLD. OP het display
verschijnt nu het HOLD-symbool. Door nogmaals op HOLD te drukken, wordt de meetwaarde weer
vrijgegeven en keert u terug naar de actuele meetwaarde.
14 MIN/MAX
Druk op de „MIN/MAX" toets om een registratie te starten. Op het display verschijnt de aanduiding
MAX. Vanaf nu worden de hoogste, laagste en gemiddelde meetwaarden telkens opgeslagen. Alle
andere meetwaarden gaan verloren. Door in deze modus op de „MIN/MAX" toets te drukken,
schakelt u tussen de weergave van de hoogste, laagste en gemiddelde meetwaarde. Houd de
„MIN/MAX" toets 2 sec. lang ingedrukt, om de meetmodus te beëindigen en terug te keren naar de
normale meetmodus.
15 Peakwaarde vasthouden
Door 2 sec. lang op de „PEAK" toets te drukken in de ACA- of ACV-modus kunt u de peakwaarden
laten weergeven in een golfvorm. Om deze modus weer te verlaten, drukt u nogmaals 2 sec. lang op
de „PEAK" toets.
16 Meetbereik
In de spannings-/weerstands-/capaciteit-/frequentie- en de μA stroommeting kunt u het meetbereik
instellen. Standaard staat het apparaat in de automatische modus. Dit wordt aangeduid op het
display met "AUTO". In deze modus stelt het apparaat het meetbereik zelf in. Door het drukken op
de „RANGE" toets kunt u het meetbereik zelf instellen. Om terug te keren naar de automatische
modus, houdt u de „RANGE" toets 2 sec. lang ingedrukt.
15