9
Bediening
9.11
Baalglijbaan heffen/neerlaten
9.11
Baalglijbaan heffen/neerlaten
Verhoogd gevaar voor letsel wanneer bij draaiende trekkermotor functies direct aan de
machine worden uitgevoerd
Wanneer functies bij draaiende trekkermotor direct aan de machine worden uitgevoerd,
kunnen personen die in de gevarenzone aanwezig zijn worden ingekneld of dodelijk letsel
oplopen.
De machine alleen bij lopende trekkermotor bedienen als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
ü De uitvoerende persoon weet welke functies door het bedienen worden uitgevoerd.
ü De uitvoerende persoon bevindt zich buiten het werkingsbereik van de bewegende
machinedelen.
ü Er bevinden zich geen overige personen in de gevarenzone.
De aftakas uitschakelen en wachten tot uitlopende machinedelen tot stilstand zijn
gekomen.
De trekker beveiligen tegen wegrollen.
De
parkeerrem (zie
aantrekken.
Bij uitvoering "Medium 1.0"
I
II
BP000-133
Positie (I) = baalglijbaan omhoog klappen
Positie (II) = baalglijbaan omlaag klappen
De aftakas uitschakelen en wachten tot alle uitlopende machinedelen tot stilstand zijn
gekomen.
De trekker beveiligen tegen wegrollen.
De
parkeerrem (zie
aantrekken.
De afsluitkraan (3) sluiten.
Het ventielblok (
De mechanische vergrendeling (1) van de baalglijbaan losmaken.
De afsluitkraan (2) openen.
124
Pagina 131) en de
2
3
5
4
Pagina 131) en de
WAARSCHUWING
vliegwielrem (zie
Pagina 113) op de machine
1
vliegwielrem (zie
Pagina 113) op de machine
) bedienen.
Originele handleiding 150000751_07_nl
1
BiG Pack 1290 HDP