Inhoudsopgave
Advertenties
X20/X20S and Ethos v1.4.6 User Manual
Toepassings-ID
Elke sensor kan meerdere toepassings-ID's hebben, één voor elke sensorwaarde die wordt
verzonden. De fysieke id en de toepassings-id zijn onafhankelijkvan t en niet gerelateerd. De
variometersensor heeft bijvoorbeeld slechts één fysieke ID (standaard 00), maar twee
toepassings-id's: één voor hoogte (0100) en de andere voor verticale snelheid (0110).
Een ander voorbeeld is de FLVSS Lipo Voltage-sensor, die een fysieke ID (standaard 01) en een
toepassings-id voor spanning (0300) heeft. Als u twee FLVSS-sensoren wilt gebruiken om twee 6S
Lipo-pakketten te bewaken , moet u Device Config gebruiken om de fysieke ID van de tweede
FLVSS te wijzigen in een lege sleuf (bijvoorbeeld 0F hex) en ook om de toepassing te wijzigen ID
van zeg 0300 tot 0301. Omdat de fysieke id en de toepassings-id onafhankelijk en niet gerelateerd
zijn, moeten beide worden gewijzigd. De fysieke ID moet worden gewijzigd voor exclusieve
communicatie met de hostontvanger en de toepassings-ID moet worden gewijzigd zodat de
ontvanger onderscheid kan maken tussen de gegevens van Lipo 1 en 2.
Apparaat
Menigvoudig
FLVSS Lipo Spanning Sensor
FAS100S Stroomsensor
Xact Servo |
Hierboven staan een paar voorbeeldtoepassings-id's. Houd er rekening mee dat de parameter
Application ID in Device Config een vervolgkeuzelijst van 4 cijfers presenteert om uit te kiezen;
het standaard 4e cijfer is 0, maar kan worden gewijzigd in een bereik van 0 tot F hex
(0,1,2,3,4,5,6,7,8,9,A,B,C,D,E,F) om ervoor te zorgen dat alle toepassings-id's uniek zijn.
Houd er ook rekening mee dat:
a)
Een apparaat kan meer dan één bereik toepassings-id's hebben,
huidige sensor hierboven.
b)
Wanneer twee redundante
worden pakketten voor een bepaalde sensor die door
,
ontvangen
samengevoegd, zelfs als de redundante ontvanger zich op een andere band of
module bevindt.
S.Port Belangrijkste kenmerken:
Elke waarde die via telemetrie wordt ontvangen, wordt behandeld als een afzonderlijke sensor, die
zijn eigen eigenschappen heeft, zoals
·
de sensorwaarde
·
het fysieke S.Port-id-nummer en de gegevens-id (ook bekend als toepassings-id)
·
de naam van de sensor (bewerkbaar)
·
de meeteenheid
·
de decimale precisie
·
optie om in te loggen op de SD-kaart
De sensor houdt ook de min/max-waarde bij .
Zoals reeds vermeld, kan meer dan één van hetzelfde sensortype worden aangesloten, maar de
fysieke ID moet worden gewijzigd in Device Config (of met behulp van de FrSky Airlink-app of
SBUS servowisselaar SCC) om ervoor te zorgen dat elke sensor in de S.Port-keten heeft een
unieke fysieke ID. Voorbeelden zijn een sensor voor elke cel in een 2 x 6S Lipo, of het bewaken
van individuele motorstromen in een model met meerdere motoren.
Toepassings-
ID (hex)
010x
011x
030x
020x
021x
040x
041x
068x
ontvangers
hun S.Port-telemetriepoorten hebben aangesloten,
138
Parameter
Hoogte
Verticale snelheid
Lipo Spanning
Actueel
VFAS
Temperatuur 1
Temperatuur 2
Stroom, Spanning, Temp, Status
zie bijvoorbeeld
een
van beide ontvangers worden
de
Rev
Advertenties
Inhoudsopgave
