3.1
INSTALLATIE VAN HET MEEGELEVERDE VOEDINGSAPPARAAT
Voor de juiste werking van het apparaat moet het voedingsapparaat worden gebruikt dat meegeleverd is in de verpakking.
Dit kan in een aftakdoos worden geplaatst of aan de muur of een andere drager worden bevestigd door middel van de
sleuven voor schroeven.
Sommige units hebben panelen die, behalve dat ze de stuurkaart bevatten, geschikt zijn om het voedingsapparaat in de
unit zelf onder te brengen.
Gebruik in deze gevallen voor de 230Vac-verbinding de klemmen L1 en N van de stuurkaart (raadpleeg de gebruiksaan-
wijzing van de unit).
De bevestigingsgaten zijn in een rechthoek gerangschikt.
Bevestigingsgaten voor
3.2
HULPRELAIS
De Connect CRP is voorzien van een hulprelais met spanningsloze, normaal open contacten, die een maximale belasting
van 5A - 250Vac verdragen.
Dit relais kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een zoneventiel te controleren. Het contact sluit als het setpoint van de
Connect CRP, in de thermostaatfunctie, zodanig is dat het systeem moet worden ingeschakeld, d.w.z. bij verwarmingsbe-
drijf als het setpoint hoger is dan de omgevingstemperatuur, en in koelingsbedrijf als het setpoint lager is dan de omge-
vingstemperatuur.
208
NL
het voedingsapparaat
M
cod. 3542B380 - Rev 05 - 02/2023
afb. 10
MAX LOAD 5A
250Vac / 30Vdc
Ø 0,5÷1,5
N
L
afb. 11