6. Bevestig met de toets
NB
Afhankelijk van de bedrijfsmodus van de zone is het gedrag als volgt:
a. Zone geconfigureerd met handbediening: het setpoint wordt permanent gewijzigd en opgeslagen als nieuw hand-
matig ingesteld setpoint.
b. Zone geconfigureerd in automatische modus: de nieuwe ingevoerde waarde wordt gebruikt tot het einde van het
huidige tijdvak, waarna het systeem terugkeert naar de waarde die is ingesteld in de tijdprogrammering.
NB
Als het huidige tijdvak wordt gewijzigd, wordt het setpoint opnieuw ingesteld bij het verstrijken van
de voorgaande programmering.
NB
Na een stroomuitval, is het ingestelde setpoint bij terugkeer van de stroom het setpoint dat is gepro-
grammeerd voor het tijdvak dat op dat moment actief is.
c. Zone uitgeschakeld: de zone gaat over naar handbediening en de nieuwe ingevoerde waarde wordt gebruikt als
setpoint.
5.6
WIJZIGING TEMPERATUUR WARM TAPWATER
1. Ga naar het gebied "SET TAPWATER", ongeacht de ge-
teerde zone.
selec
2. Druk op de toets
op het setpoint van het warme tapwater kan worden
veranderd.
3. Selecteer met de toetsen
u wilt wijzigen. Bevestig met de toets
4. Verander de waarde met de toetsen
5. Bevestig met de toets
NB
De gewenste temperatuur kan worden veranderd in stappen van 0,5°C. De minimaal instelbare waarde is
30°C, het maximum 60°C.
226
NL
. De waarde in het kader stopt met knipperen.
. Er verschijnt een scherm waar-
en
het setpoint dat
.
en
.
cod. 3542B380 - Rev 05 - 02/2023
D I N
2 3 / 0 7 / 1 9
M E N U
A U T O M A T I S C H P R O G R A M M A
S E T P O I N T S A N I T A R I O
.
C R P
1 6 . 0 ° C
afb. 56
S E T P O I N T E C O
S E T P O I N T C O M F O R T
afb. 57
E C O - I N S T E L L I N G
afb. 58
1 2 : 1 9
M O D U S