ONTVLAMBARE GASSEN
CONTROLES BIJ ONTVANGST VAN EEN UNIT MET ONTVLAMBAAR GAS:
Blijf uit de buurt van de houder of vrachtwagen bij open vuur, een elektrische voedingsbron, een mobiele telefoon of andere warmte-
bronnen waarvan de temperatuur hoger dan 500°C kan worden.
Ook als het product voorafgaand aan installatie moet worden opgeslagen, berg het dan op een locatie op waar geen mogelijke ontste-
kingsbronnen zijn.
VEILIGHEID:
Personen die werken aan koelsystemen waarin brandbare vloeistoffen worden gebruikt, moeten over de nodige vaardigheden bes-
chikken overeenkomstig EN 13313:2011 voor het veilig hanteren van deze brandbare vloeistoffen.
•
Kennis van de wetgeving, voorschriften en normen betreffende ontvlambare koelmiddelen.
•
Kennis van vloeistoffen en hun behandeling.
Deze vaardigheden moeten worden ondersteund door een passende opleiding.
Alleen apparatuur die is ontworpen voor gebruik met ontvlambare koelmiddelen mag worden gebruikt en alle werkzaamheden aan de
apparatuur moeten in overeenstemming zijn met de plaatselijke voorschriften en normen. Natuurlijk moeten alle werkzaamheden op
een professionele manier worden uitgevoerd.
Om de afwezigheid van een secundaire ATEX-zone te garanderen, moeten onderhoudspersoneel:
•
Stel een periodiek lekdichtheidscontroleplan op om ervoor te zorgen dat het product op lekdichtheid blijft.
•
Stel een inspectie- en onderhoudsplan op om verslechtering van het product te voorkomen, wat kan leiden tot onopzettelijke lekka-
ge tijdens de levensduur van de apparatuur.
Corrosie: Gebruik geen detergenten. Niet gebruiken in een atmosfeer die corrosief is voor koper en aluminium zonder
bescherming van de gevoelige elementen van de wisselaar.
Ijsvorming op de spoel van een wisselaar: Controleer regelmatig of de spoel niet bevroren is. Controleer de juiste werking van
het ontdooisysteem en de efficiëntie ervan.
Abnormale trillingen: controleer of de leidingen goed worden onderhouden.
Indien een veiligheidsketting is geïnstalleerd, dient u het detectiesysteem en de bijbehorende servoketting te onderhouden volgens
normen.
VEILIGHEIDSZONE:
Onze producten (Rooftops, koelmachines) en quasi-machines (verdampers, luchtgekoelde condensors, ...) zijn hermetisch afgesloten
en dragen het CE-merkteken. Ze zijn ontworpen om laag ontvlambare A2L-koelmiddelen te bevatten. Als zodanig worden ze tijdens
normaal bedrijf niet beschouwd als een bron van emissie in de zin van de ATEX-richtlijn. Daarom valt het in Frankrijk niet onder de
maatregelen die worden beschreven in bij normaal gebruik.
Een formele regelmatige inspectie van de hermetische dichtheid van het product garandeert dat deze hoge mate van dichtheid wordt
gehandhaafd. Maar bij abnormale gebruiksomstandigheden kunnen er lekken ontstaan (slecht onderhoud, onderhoud met het openen
van het koelcircuit). Voor deze gevallen hebben we, voorafgaand aan het op de markt brengen van deze producten, onderzoeken uit-
gevoerd in overeenstemming met de normen. Als de unit wordt geïnstalleerd op basis van onze aanbevelingen en goed wordt onder-
houden, ontstaat er geen ATEX-zone.
Onderhoud het detectiesysteem en de bijbehorende bedieningen volgens EN 60079-29-1 en EN 50495. Bij onderhoud raden we aan
dat bedieners worden uitgerust met een explosiemeter, dat de voeding naar de unit wordt uitgeschakeld en dat ze geen mogelijke onts-
tekingsbronnen naderen zonder eerst te controleren op de aanwezigheid van een potentieel ontvlambaar gebied door ongedetecteerde
lekkage.
De eindgebruiker moet het DUER (Document Unique d'Evaluation des Risques) bijwerken, aangegeven op hun site met producten
gevuld met R32-vloeistof, en personeel opleiden in het gebruik van goede werkmethoden die voor de veiligheid zijn ingevoerd
INSTALLATIE VAN EEN UNIT MET ONTVLAMBAAR GAS:
ATEX: het is niet toegestaan om de machine in een ATEX-gebied op te slaan en te installeren.
In het gebied direct rondom de rooftop (afstand ≤ tot 2m):
•
De aanwezigheid, ook tijdelijk, van ontstekingsbronnen is niet toegestaan (elektrische of warmtebronnen),
•
Het is niet toegestaan om verse-luchtventilatieopeningen in gebouwen of doorgangen te installeren.
Voor kanalen / units met kanalen moet u ervoor zorgen dat er geen ontstekingsbronnen, zoals gedefinieerd door EN378 (bijvoorbeeld
met stroom en warmte), in of bij de kanalen worden geïnstalleerd.
Installatiehandleiding / eCOMFORT - MIL168D-0722 - 06/2023
• 13 •