233
Gebruiksaanwijzing
•
Gebruik voor voeding van de Meter
alleen juist geplaatste, gespecificeerde
AA-batterijen van 1,5 V (drie in het
basisstation en twee in het display).
•
Neem op gevaarlijke locaties de
plaatselijke en landelijke
veiligheidsvoorschriften in acht.
•
Gebruik uitsluitend door een
veiligheidsinstituut goedgekeurde
meetkabels met dezelfde nominale
spanning, categorie en stroomsterkte als
de Meter.
•
Meet eerst een bekende spanning om te
controleren of de Meter juist werkt. Laat
de Meter onderzoeken als u niet zeker
bent.
•
Gebruik de door de plaatselijke en
landelijke overheid vereiste
veiligheidsuitrusting wanneer u werkt op
gevaarlijke locaties.
•
Meet de continuïteit van de meetkabels
vóór gebruik. Gebruik de meter niet als
de weerstand hoog is of ruis bevat.
•
Gebruik alleen gespecificeerde
vervangende onderdelen in de Meter.
4
•
Houd uw vingers achter de
vingerbescherming op de probes.
WLet op
Neem onderstaande richtlijnen in acht om
beschadiging van de meter of de te testen
apparatuur te voorkomen:
•
Koppel de stroom naar het circuit los en
ontlaad alle
hoogspanningscondensators voordat u
diodes test of weerstand, continuïteit of
capaciteit meet.
•
Gebruik de juiste aansluitingen, de juiste
functie en het juiste bereik voor alle
metingen.
•
Test de zekering vóór het uitvoeren van
stroommetingen.