Par.
Omschrijving
P-46
Bron terugkoppeling PI-regeling
de
0 : 2
analoge ingang (klem 4)
ste
1 : 1
analoge ingang (klem 6)
2 : meting motorstroom. In % van P-08
3 : Tussenkringspanning. Scalering 0 - 1000 V = 0 – 100%
4 : Analoge ingang 1 - analoge ingang 2. De waarde van analoge ingang 2 wordt afgetrokken van analoge ingang 1 (verschil meting).
De waarde is gelimiteerd tot 0.
5 : Hoogste waarde (Analoog 1, Analoog 2). De hoogste waarde van de 2 ingangen wordt gebruikt voor de terugkoppeling.
P-47
Formaat analoge ingang 2 (klem 4)
= 0 tot 10 V signaal
= 0 tot 20mA signaal
= 4 tot 20mA signaal. De Optidrive tript met de fout code wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 4 tot 20mA signaal. De Optidrive decelereert en stopt wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 20 tot 4mA signaal. De Optidrive tript met de fout code wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 20 tot 4mA signaal. De Optidrive decelereert en stopt wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= motor PTC/thermistor ingang. D.m.v. P-15 moet ingang 3 op E-Trip worden ingesteld. Trip level : 3kΩ, reset 1kΩ
P-48
Activering "Standby Mode"
Met deze parameter stel je de tijd in dat, wanneer de regelaar op minimale snelheid (P-02) of snelheid nul uitstuurt, de regelaar in
"Standby Mode" gaat nadat deze tijd is verlopen. Het Display geeft vervolgens aan en de regelaar stopt met uitsturen.
Wanneer het setpoint verandert zal de regelaar direct de "Standby Mode" uitschakelen en zal weer beginnen met uitsturen. Deze
functie is uitgeschakeld wanneer P-48 = 0.0.
P-49
"Wake Up" niveau PI-regeling
Wanneer de PI-regeling is geactiveerd (P-12 = 5 or 6) en de ODE-3 frequentieregelaar in "Standby mode" is, bepaalt deze parameter
wanneer de regelaar weer wakker wordt. Parameter P-49 bepaalt hoe groot het verschil tussen de gewenste waarde en de
teruggekoppelde waarde moet zijn om de frequentieregelaar weer wakker te laten worden. Deze parameter voorkomt dat de
frequentieregelaar continue uit- en inschakelt bij kleine verschillen in de terugkoppeling.
P-50
Hysterese relaisuitgang
De hysterese geldt voor de schakelgrenzen van P-19 en voorkomt dat het relaiscontact gaat denderen.
6.3. Geavanceerde parameters
Par.
Omschrijving
P-51
Selectie motor control
Selecteert de methode van motor control. Er moet altijd een auto-tune worden uitgevoerd wanneer P-51= 0,2,3 of 4.
0: Vector regeling voor standaard asynchrone motoren (KA motoren)
1: U/Hz sturing
2: Vector regeling voor synchrone PM motoren
3: Vector regeling voor synchrone BLDC motoren
4: Vector regeling voor synchrone reluctantie motoren
P-52
Uitvoeren autotuning
0 : Geen autotuning
1 : Auto tune uitvoeren Wanneer parameter P-52 wordt ingesteld zal er direct een autotune worden uitgevoerd. Tijdens de
autotuning worden de motorparameters gemeten voor een optimale en efficiënte regeling. De autotuning kan enkele minuten
duren. Na de autotuning wordt P-52 automatisch teruggezet naar 0. Voordat de autotune wordt uitgevoerd moeten eerst de
motorparameters (P-07, P-08, P-09 en P-10) correct worden ingegeven. Zonder correct motorparameters zal de vector control niet
goed werken. De autotune is niet noodzakelijk bij U/Hz sturing (P-51 = 1). Bij P51 = 2 t/m 4 is een autotune altijd noodzakelijk.
P-53
Vector regeling versterking en integratietijd
Eén parameter voor de versterking en de integratietijd van de vector regeling. Niet actief wanneer P-51 = 1.
P-54
Maximale stroomgrens
Bepaalt de maximale stroomgrens
P-55
Motor statorweerstand
Wordt gemeten tijdens de autotuning. Aanpassen is niet nodig.
P-56
Motor stator d-axis inductie (Lsd)
Wordt gemeten tijdens de autotuning. Aanpassen is niet nodig.
P-57
Motor stator q-axis inductie (Lsq)
Wordt gemeten tijdens de autotuning. Aanpassen is niet nodig.
P-58
Snelheid gelijkstroomremmen (DC brake)
Met P-58 stel je in vanaf welke frequentie/snelheid de regelaar een gelijkstroom door de motor stuurt na een stop commando.
P-59
Stroomniveau gelijkstroomremmen (DC brake)
Met P-59 stel je het stroomniveau van het gelijkstroomremmen. Let op dat de stroom niet te groot wordt en de motor beschadigd.
P-60
Onthouden thermische overbelasting
0: Niet actief
1: Actief. Een interne overbelastingsaccumulator bewaakt de uitgangsstroom en zal de frequentieregelaar uitschakelen als de
thermische grens wordt overschreden. Wanneer P-60 is uitgeschakeld zal na het uit- en inschakelen van de voedingsspanning de
waarde van de accumulator worden gereset. Wanneer P-60 is ingeschakeld, wordt de waarde bewaard na het uit- en inschakelen
van de voedingsspanning.
20
Optidrive ODE-3 Handleiding Versie 1.02
Minimaal
Maximaal
Standaard
0
5
-
-
0.0
25.0
0.0
100.0
0.0
100.0
Minimaal
Maximaal
Standaard
0
4
0
1
0.0
200.0
0.1
175.0
0.00
655.35
0
6553.5
0
6553.5
0.0
P-01
0.0
100.0
0
1
Eenheid
0
-
-
U0-10
0.0
s
5.0
%
0.0
%
Eenheid
0
-
0
-
50.0
%
150.0
%
-
Ω
-
mH
-
mH
0.0
Hz / RPM
20.0
%
0
-