P-13
Applicatie selectie
Zorgt voor een snellere inbedrijfname van de frequentieregelaar omdat een aantal parameters afhankelijk van de applicatie met een
standaard waarde worden ingesteld die goed past bij de applicatie. Er zijn 3 keuze mogelijkheden:
0 : Industriële mode. Deze mode is bedoeld voor algemene industriële toepassingen.
1: Pomp mode.
2 : Ventilator mode.
Instelling
Applicatie
0
algemeen
1
pomp
2
ventilator
P-14
Uitgebreide parameter toegang
Verander P-14 in "101" (standaard) om toegang te krijgen tot de uitgebreide parameters. Verander de code in P-37 om de
uitgebreide parameters af te schermen. Gebruik P-37 + 100 om de geavanceerde parameters ook te kunnen bekijken.
6.2. Uitgebreide parameters
Par.
Omschrijving
P-15
Functieselectie van de ingangen
P-12 bepaalt de aansturingsmodus en door gebruik te maken van parameter P-15 kunnen de functies van de ingangen aangepast
worden. Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie.
P-16
Signaal formaat analoge ingang 1
= 0 tot 10 V signaal (unipolair). Standaard komt 0 - 10V overeen met de minimale (P-02) tot de maximale (P-01) frequentie.
= 0 tot 10 Volt Signaal (bipolair).
is het mogelijk om met 0-10V rechtsom en linksom te draaien.
= 0 tot 20mA signaal
= 4 tot 20mA signaal. De Optidrive tript met de fout code wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 4 tot 20mA signaal. De Optidrive gaat voorkeuzesnelheid 1 uitsturen wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 20 tot 4mA signaal. De Optidrive tript met de fout code wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 20 tot 4mA signaal. De Optidrive gaat voorkeuzesnelheid 1 uitsturen wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 10 tot 0 Volt signaal (Unipolair). Standaard komt 10 - 0V overeen met de minimale (P-02) tot de maximale (P-01)
frequentie.
P-17
Effectieve schakelfrequentie
Met P-17 wordt de maximale schakelfrequentie ingesteld. Wanneer "rEd" wordt weergegeven in het display betekend dit dat
schakelfrequentie is gereduceerd (uitleesbaar via P00-32). De reden hiervoor is dat de temperatuur van de koelplaat te hoog is opgelopen.
LET OP
Houd er rekening mee dat bij hogere schakelfrequenties er meer warmteverliezen zijn. Afhankelijk van de bouwgrootte en de
omstandigheden is het noodzakelijk om "derating" (= een bouwgrootte groter kiezen) toe te passen. Neem contact op met de leverancier
voor meer informatie.
P-18
Functieselectie relaisuitgang
Selectie van de functie van het uitgangsrelais. Het relais is gemaakt wanneer de voorwaarde waar is.
0 : Regelaar in "Run". Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
1 : Regelaar "OK". Uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
2 : Motor op snelheid. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
3 : Regelaar in fout. Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar een fout geeft.
4 : Motor snelheid >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter of gelijk is aan de ingestelde waarde van P-19.
5 : Motor stroom >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom groter of gelijk is aan de ingestelde waarde van P-19.
6 : Motor snelheid < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
7 : Motor stroom < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
8 : Analoge ingang 2 > grens. Uitgang wordt hoog wanneer het signaal op analoge ingang 2 groter of gelijk is aan de ingestelde
waarde van P-19.
9 : Regelaar OK voor start. Uitgang wordt hoog wanneer er geen fout is en de regelaar gestart kan worden.
P-19
Schakelgrenzen uitgangsfuncties
Schakelgrenzen voor P-18 & P-25.
P-20
Voorkeuzesnelheid 1
P-21
Voorkeuzesnelheid 2
P-22
Voorkeuzesnelheid 3
P-23
Voorkeuzesnelheid 4
voorkeuzesnelheden worden geselecteerd door de digitale ingangen. Dit is afhankelijk van de instelling van P-15.
Bij P-10 = 0 worden de snelheden ingegeven in Hz. Bij P-10 > 0 worden de snelheden ingegeven in Rpm.
LET OP
De waarde van parameters P-20 t/m P-23 wordt gereset naar 0 wanneer parameter P-09 wordt veranderd.
de
P-24
2
deceleratie tijd (snelle stop)
de
2
deceleratie tijd. Dit is de tijd die nodig is om van de nominale snelheid (P-09) tot stilstand te komen in seconden.
de
De 2
deceleratie tijd wordt gekozen door een digitale ingang (zie hoofdstuk 7) of wanneer de voedingsspanning wegvalt en P-05 op
2 of 3 is ingesteld. Bij een 2
Extra mogelijkheid:
Wanneer P-24 > 0, P-02 > 0, P-26=0 en P-27 = P-02, dan wordt de 2de deceleratie tijd gebruikt voor zowel de acceleratie als de
deceleratie tijd bij snelheden onder de minimale snelheid. Deze instelling is vooral handig bij pompen of compressoren waarbij je
wilt dat ze snel starten en stoppen wanneer de snelheid onder de minimale snelheid komt.
Optidrive ODE-3 Handleiding Versie 1.02
Stroomgrens (P-54)
150%
110%
110%
Wanneer een 50% offset wordt ingesteld in P-39 en een 200% scalering wordt ingesteld in P-35
0.0 tot 100% voor snelheid. 0.0 tot 200% voor stroom
de
deceleratie tijd van 0.00 zal de motor vrij uitlopen.
0
U/Hz curve (P-28 & P-29)
constant koppel
variabel koppel
variabel koppel
0
Minimaal
0
Zie onder
4
0
0.0
-P-01
-P-01
-P-01
-P-01
0.00
2
0
Vangfunctie (P-33)
0 : uitgeschakeld
0 : uitgeschakeld
2 : ingeschakeld
9999
0
Maximaal
Standaard
Eenheid
17
0
U0-10
32
8
7
1
200.0
100.0
P-01
5.0
Hz / RPM
P-01
25.0
Hz / RPM
P-01
40.0
Hz / RPM
P-01
P-09
Hz / RPM
600.0
0.00
-
-
-
-
kHz
-
%
s
17