Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uwatec Smart PRO Handleiding pagina 69

Inhoudsopgave

Advertenties

VI
Duiken met meer dan één gasmengsel
Voorbereiden van een duik met meerdere gasmengsels
Voor de duik moeten alle flesdrukzenders aan de TEC gekoppeld worden en moet het exacte zuurstofpercen-
tage na analyse van de gassen ingesteld worden. Tevens moeten voor mengsels 2 en D de dieptes gepro-
grammeerd worden waarop u van gas wisselt.
Instellen van de gasmengsels en de diepte voor het wisselen van gas
Bereik van zuurstofpercentages
100%
D
21%
3 gasmengsels
%
Diepte voor ppO
2 max
wissel van
gasmengsel,
+ –
MOD
VI UWATEC
®
Smart dive computers
Bij duiken met meer dan één gasmengsel moet mengsel 1 (uw
bodemgas) het mengsel zijn met het laagste zuurstofpercentage, en
moet mengsel D (uw decogas) het hoogste zuurstofpercentage heb-
ben. Als u gebruik maakt van een travelmix (mengsel 2), moet het
D
zuurstofpercentage hoger zijn dan dat van mengsel 1, maar lager
dan dat van uw decogas. De TEC accepteert gegevens alleen als aan
deze voorwaarden is voldaan. Merk op dat u 2 of zelfs 3 flessen in
kunt stellen op hetzelfde zuurstofpercentage.
De TEC accepteert een diepte voor gaswissel alleen wanneer de
2 gasmengsels
MOD of ppO
grammeerd, of met behulp van SmartTRAK ->18, punt 6).
Bij gasmengsels met een zuurstofpercentage van 80% of meer is de ppO
grendeld op 1.6 bar. Deze waarde is op geen enkele wijze aan te passen.
Procedure:
1.
Geef het zuurstofpercentage van fles 1 (bodemgas) in volgens de
instructies op pagina 18 (punten 1-7).
2.
Geeft het zuurstofpercentage van fles D (decompressiegas) in volgens de
instructies op pagina 18 (punten 1-5).
3.
Stel met behulp van contacten B en + of B en – de diepte in, waarop u
over wilt gaan op fles D gedurende de opstijging. Bevestig de ingegeven
waarde met B en E.
De diepte die u hebt opgegeven is de MOD voor het betreffende
gas en de getoonde partiële zuurstofdruk (ppO
als de maximaal toelaatbare ppO
Gedurende de opstijging geeft de TEC een geluidssignaal om aan
te geven dat de diepte waarop u veilig van gas kunt wisselen is
bereikt. Dit is van toepassing op flessen D en 2 (zie onderstaande
punten).
4.
Voor duiken met drie gassen stelt u nu het zuurstofpercentage voor
mengsel 2 (uw travelmix) in. Volg wederom de instructies op pagina 18,
punten 1-5).
Opmerking: gasmengsel 2 kan alleen geselecteerd worden nadat
mengsel D ingesteld is.
5.
Geef de maximum diepte aan waarop u mengsel 2 wilt gebruiken. Gebruik
hiervoor weer watercontacten B en – of B en +. Bevestig uw instellingen met B
en E. De informatie in punt 3 is ook van toepassing op mengsel 2.
Zonder bevestiging met B en E zal het display na 3 minuten uitge-
schakeld worden en zullen alle wijzigingen genegeerd worden.
Het is mogelijk om na een zekere periode automatisch een zuurstofpercentage
van 21% te laten selecteren en gasmengsels 2 en D uit te laten schakelen. Met
SmartTRAK kunt u deze periode instellen tussen 1 en 48 uur. De standaard
instelling is echter "no reset": de instellingen blijven voor onbepaalde tijd
behouden.
het maximum niet overschrijdt (handmatig gepro-
2
voor het betreffende mengsel.
2
VI
ver-
2
) wordt gebruikt
2
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Smart com

Inhoudsopgave