VI Duikplanner
De Smart Z is uitgerust met een duikplanner waarmee zowel geen-decompressie- als decompressieduiken
gepland kunnen worden. Hierbij kunt u vooraf een oppervlakte-interval bepalen.
De planning wordt
gebaseerd op:
1 Het plannen van een geen-decompressieduik
if
NO
Activeer de
duikplanner
I.g.v. herh.duik
Symbool voor
MB-niveau L1-L5
CNS O
%
2
NO STOP
%
Geen-decompressietijd /
MB-geen-decompressietijd
UWATEC
Smart dive computers
®
• het ingestelde zuurstofpercentage en de MOD
• het ingestelde MB-niveau
• de watertemperatuur van de meest recente duik
• eventuele bergmeerinstellingen
• de stikstofverzadiging op het moment dat de duikplanner geactiveerd wordt.
• een gemiddeld inspanningsniveau en de veronderstelling dat de duiker zich aan
de voorgeschreven stijgsnelheid houdt.
Als twee of meer duikers hun duiken plannen, moet de uiteindelijke duikplan-
ning gemaakt worden aan de hand van de duikcomputer die de kortste geen-
decompressielimiet aangeeft. Als u deze regel niet opvolgt stelt u zichzelf
bloot aan een vergroot risico op decompressieziekte.
Microbellenwaarschuwing
(niet duiken)
NO
Duur van de waarschuwing
+
Ingave van de
–
oppervlakte-interval
Met B en E bevestigt u de ingestelde oppervlakte-interval waarna het scrol-
len van de geen-decompressielimieten begint. U ziet achtereenvolgens de
geen-decompressielimieten (geen-decompressietijden) voor alle dieptes vanaf
3 meter, in stappen van 3 meter.
Als een MB-niveau geselecteerd is (L1-L5), zal de MB geen-decompressie-
limiet getoond worden.
De Smart Z is uitgerust met een duikplanner waarmee zowel geen-decompressie- als
decompressieduiken met een willekeurige oppervlakte-interval gepland kun-
nen worden.
Op pagina 24 vindt u meer informatie en veiligheidsoverwegingen m.b.t.
NO
de microbellenwaarschuwing.
Aan de oppervlakte kunt u de duikplanner met B en
– of B en + selecteren. (De duikplanner kan in de
Gauge modus niet geactiveerd worden.)
Wanneer de Smart Z heeft bepaald dat u een
NO
vergroot risico loopt zullen de waarschuwingen
voor een verhoogd microbelletjesniveau en de duur
van de waarschuwing worden weergegeven.
Met B en E bevestigt u uw keuze en activeert u de
duikplanner.
Indien u nog reststikstof in uw lichaam heeft van
een eerdere duik, ziet u nu het invoerscherm voor
de oppervlakte-interval. U kunt met B en + of B en
– de oppervlakte-interval vóór de te plannen duik
invoeren in stappen van 15 minuten.
Als de waarschuwing voor een verhoogd micro-
NO
belletjesniveau aanstaat zal de Smart Z de reste-
rende tijd van deze waarschuwing voorstellen als
minimale oppervlakte-interval. Als u toch besluit om
een kortere oppervlakte-interval te plannen zal de
microbellenwaarschuwing zichtbaar worden.
VI
33