3 Voorbereiden op de Duik
3.1 Het gasmengsel en de MOD instellen
Voor iedere duik, oftewel na het wisselen van fles, dient u na te gaan of de instellingen van de
TEC overeenkomen met het gasmengsel dat u gaat gebruiken. Een onjuiste instelling leidt tot
verkeerde berekeningen van de TEC, met gevaarlijke gevolgen. Als uw ingestelde percentage te laag
is, kunt u plotseling en zonder waarschuwing zuurstofvergiftiging krijgen. Bij een te hoog percentage
loopt u kans op decompressieziekte. Onjuistheden in de berekeningen hebben gevolgen voor alle vol-
gende herhalingsduiken.
Als u met één gasmengsel duikt dient u de instellingen voor mengsel 1 in te stellen en mengsels 2 en D
uit te schakelen. ->34
Als u meer dan één gasmengsel instelt zal de TEC
Meer informatie over het duiken met meerdere gasmengsels vindt u op pagina 13 en 32.
...
...
+ –
%
O
% in mengsel
2
ppO
max.
2
maximale veilige
diepte (MOD)
• Als u de O
aan de instellingen niet worden opgeslagen.
•
-> 32 voor meer informatie over het instellen van de gasmengsels van mengsel 2 en D.
• De tijd waarna het zuurstofpercentage automatisch teruggezet wordt op 21%, kan met
behulp van de SmartTRAK software ingesteld worden tussen 1 en 48 uur, of op "no reset"
gezet worden (standaard instelling).
3.2
Het MB-niveau instellen
3.3
Voorbereiden op een duik met meer dan één gasmengsel Zie hoofdstuk VI, ->32
3.4 Voorbereiding op een duik en veiligheidscontrole
Bij de volgende procedures gaan we er vanuit dat alle zenders correct zijn gemonteerd (->12) en gekop-
peld aan de TEC ->13.
NO
NO
CNS O
%
2
DECO STOP
LEVELSTOP
NO STOP
%
18
Om het gasmengsel in te kunnen stellen moet de TEC zich in de normale
gebruiksstand bevinden.
1. Druk op
om de gewenste fles te kiezen waarvoor u het zuurstofper-
centage wilt instellen. Het flessymbool zal gaan knipperen. Druk de
knop één seconde lang in om uw keuze te bevestigen.
2. Overbrug contacten B en + totdat het symbool voor het instellen van het
zuurstofpercentage verschijnt.
3. Bevestig uw keuze door B en E te overbruggen.
4. Verander het zuurstofpercentage in stappen van 1% door contacten B en +
of B en – te overbruggen. De TEC toont u het huidige zuurstofpercentage,
de maximale partiële zuurstofdruk (doorgaans een ppO
ingesteld met de SmartTRAK) en de MOD.
5. Bevestig het zojuist ingestelde zuurstofpercentage met B en E.
+ –
ppO
max.
%
2
-Mix functie na 3 minuten inactiviteit automatisch verlaat, zullen veranderingen
2
Zie hoofdstuk IV op pagina 28
1. Monteer de ademautomaat op de fles.
2. Controleer eventueel de reserve van uw kraan. Als u een kraan met reser-
ve gebruikt moet deze gedurende de gehele duik open (getrokken) blijven.
3. Zet de TEC aan (B-E) en controleer het display. Zijn alle segmenten van het
LCD zichtbaar? Gebruik de TEC nooit als delen van het display niet oplichten.
4. Open de kraan van de fles (de zender activeert automatisch) en controleer
na ongeveer 10 seconden de flesdruk. Als de flesdruk ontoereikend is voor
de geplande duik dient u een andere fles te gebruiken.
5. Controleer alle aansluitingen en afdichtingen op lekkages. Duik nooit met
lekkende apparatuur!
Herhaal stappen 4 en 5 voor alle zenders die u gaat gebruiken.
en het aantal ingestelde mensgels weergeven.
6. Door B en + of B en – te overbruggen kunt u de MOD
van een bepaald zuurstofpercentage veranderen. De
TEC zal nu de corresponderende maximale partiële
zuurstofdruk voor de nieuwe MOD weergeven.
7. Bevestig de gekozen MOD met B en E.
max van 1.4 bar,
2
III UWATEC
®
Smart dive computers