Doorgangstest
Een doorgangstest controleert de integriteit van de verbindingen door middel
van een weerstandsmeting met hoge resolutie. Dit is belangrijk wanneer u
verbindingen met aarde controleert. Metingen kunnen nadelig worden
beïnvloed door impedanties of parallelle stroomkringen of stootstromen.
Als elektrische stroomkringen in een ring zijn geschakeld, beveelt
Fluke aan dat u een end-to-end-controle van de ring op de elektrische
verdeler uitvoert.
Om mogelijke elektrische schokken, brand of letsel te
voorkomen, mogen metingen alleen aan spanningsloos
gemaakte stroomkringen worden uitgevoerd.
Doorgang meten:
1.
Zet de draaiknop in de stand RL
2.
1663/1664 FC: Kies het te gebruiken meetsnoerpaar en gebruik de
juiste aansluitingen voor deze test.
1662: Gebruik de aansluitingen L en PE (rood en groen) voor deze test.
Deze optie is voor tests aan de ringinstallatie of om de verbinding tussen
aarde en nulleider aan een netcontactdoos te controleren. Gebruik de
10mA-teststroom om uitschakelen van de aardlekschakelaar te
voorkomen.
3.
Kies de polariteit van de teststroom met .
De + is positieve stroom. De – is negatieve stroom. De optie ± voert een
meting met beide polariteiten uit. Het gemiddelde van het positieve en
negatieve resultaat wordt weergegeven in het primaire display. Als u voor
de polariteit de optie ± kiest, wordt het positieve resultaat in het secundaire
display weergegeven. Druk op om tussen het positieve en negatieve
tussentijdse resultaat te wisselen.
4.
Kies de maximale teststroom met . Om een aardlekschakelaar niet uit te
laten schakelen, gebruikt u de instelling 10 mA voor een test aan de
nulleider of fasedraad van een ringinstallatie.
Opmerking
XW Waarschuwing
. Zie tabel 12.
O
Electrical Installation Tester
Metingen
29