Oortelefoons gebruiken
Met elkaar gekoppelde apparaten maken direct na het inschakelen
verbinding met bluetooth en kunnen worden gebruikt.
De oortelefoons proberen na het inschakelen automatisch verbin-
ding te maken met het laatst gebruikte bluetoothtoestel. De oortele-
foons kunnen de verbindingsprofielen van maximaal acht gekop-
pelde bluetoothapparaten opslaan.
Wanneer u de oortelefoons met een negende bluetoothapparaat
koppelt, wordt het verbindingsprofiel van het minst gebruikte blue-
toothapparaat overschreven. Wanneer u later weer opnieuw verbin-
ding met dit bluetoothapparaat wilt maken, moet u de oortelefoons
opnieuw koppelen.
gekoppeld (paired) en verbonden bluetoothapparaat
gekoppeld bluetoothapparaat (op dit moment niet verbon-
den)
Oortelefoons met een bluetoothapparaat
koppelen (pairing)
1
max. 50 cm
3
4
ON
ON
1. Neem beide oortelefoons uit de laadbox en plaats ze in uw oren
18). De afstand tussen de oortelefoons en het bluetoothapparaat
mag maximaal 50 cm bedragen.
R
2
"Pairing"
Hold
5s
MOMENTUM
ON
TW
ON
MOMENTUM True Wireless | 15
"Pairing
successful"
(>