Bediening
Vermogensstand instellen (uit-
gebreid aantal standen)
Standaard zijn 9 vermogensstanden
ingesteld. Indien u een fijnere indeling
wenst, kunt u deze uitbreiden tot
17 vermogensstanden (zie hoofdstuk
"Programmering").
Raak het gedeelte tussen de sensor-
toetsen aan.
De sensortoetsen voor en achter deze
tussenstanden branden helderder dan
de overige toetsen.
Voorbeeld:
Wanneer u de vermogensstand 7. heeft
ingesteld, branden 7 en 8 helderder dan
de overige sensortoetsen.
22
Verwarmingselementen sa-
menvoegen
U kunt de verwarmingselementen sa-
menvoegen als u de hele plaat op één
stand wilt gebruiken. Voor de instel-
lingen wordt het voorste bedieningspa-
neel gebruikt.
Tip de sensortoets aan.