2.3. BRANDVEILIGHEID
Lassen is een activiteit die plaatsvindt bij hoge temperaturen: werk daarom altijd
overeenkomstig de brandveiligheidsvoorschriften. Scherm de omgeving af voor
lasspatten. Verwijder brandbaar materiaal, zoals brandbare vloeistoffen, uit de
buurt van de plaats waar u gaat lassen en zorg dat er geschikte blusmiddelen
voorhanden zijn.
Wees extra voorzichtig bij speciale laswerkzaamheden met een verhoogd brand-
en explosiegevaar, zoals het lassen in of aan tanks.
LET OP! Lasspatten kunnen urenlang blijven smeulen en daarom ook na
het lassen nog brandgevaar opleveren!
WAARSCHUWING! Lassen in omgevingen met brand- en explosiegevaar
is streng verboden!
2.4. NETSPANNING
• Plaats het apparaat nooit in een groot object waaraan u gaat lassen,
bijvoorbeeld een tank of auto.
• Plaats het lasapparaat niet op een natte ondergrond.
• Beschadigde kabels zijn levensbedreigend en brandgevaarlijk: vervang
deze altijd onmiddellijk.
• Controleer of de kabels nergens worden afgeklemd en niet in aanraking
komen met scherpe randen of hete werkstukken.
2.5. LASSTROOMCIRCUIT
• Isoleer uzelf van het lasstroomcircuit door het dragen van droge en
onbeschadigde beschermende kleding.
• Werk nooit op een natte ondergrond.
• Gebruik nooit beschadigde laskabels.
• Leg het laspistool of de aardklem niet op het lasapparaat of een ander
elektrisch apparaat.
2.6. LASDAMPEN
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het lassen. Wees extra voorzichtig bij het
lassen van metalen die lood, cadmium, zink, kwik of beryllium bevatten.
U kunt ook voor voldoende schone lucht zorgen door een lashelm met
verseluchttoevoer te dragen.
© Kemppi Oy 0614
MinarcMig™ Adaptive 150
NL
5