Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Monteren Van Het Mig Laspistool; Monteren En Vastzetten Van Draadhaspel; Het Automatische Draadinvoersysteem; Drukinstelling - Kemppi FastMig MF 33 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

3.2

Monteren van het MIG laspistool

Om er zeker van te zijn dat er probleemloos gelast kan worden, moet er nagegaan worden in de
gebruiksaanwijzing van het gebruikte laspistool of het draaddoorvoerpijpje en het draadmondstuk
van het laspistool volgens fabricage geschikt zijn voor de gebruikte draaddiameter en soort draad.
Een te smal doorvoerpijpje kan bij de draadaanvoerunit een grotere weerstand geven dan normaal
en dus problemen veroorzaken in de draadaanvoer.
Draai de laspistoolaansluiting goed vast zodat er geen spanningsverliezen optreden bij het
aansluitingsoppervlak. Een slechte aansluiting zal het laspistool en de draadaanvoerunit
verwarmen.
3.3

Monteren en vastzetten van draadhaspel

GESLOTEN
• Het losmaken van de draadhaspel geschiedt door de haspelsluiting een kwartslag te draaien.
• Monteer de haspel op zijn plaats. Let op de draairichting van de haspel!
• Zet de haspel weer vast met de haspelsluiting. De haspelsluiting blijft aan de buitenzijde, en
vergrendelt de haspel.
Controleer bij de draadhaspel of er geen draad uitsteekt die het chassis of de deur van de
LET OP!
draadaanvoerunits kan beschadigen. Slepende delen kunnen het chassis van de draadaanvoerunit
onder spanning zetten.
3.4

Het automatische draadinvoersysteem

Het automatische draadinvoersysteem maakt het vervangen van de draadhaspel eenvoudiger. Bij
het vervangen van de haspel hoeft de drukhevel van de aandrijfrollen niet losgemaakt te worden
en de draad gaat automatisch in de draadgeleider.
• Zorg er voor dat de groef van de aandrijfrol dezelfde diameter heeft als de lasdraad die
gebruikt wordt.
• Maak het draadeinde los van de haspel en knip de omgebogen lengte af. Wees voorzichtig
dat de draad zich niet afwikkelt van de haspel.
• Het draadeinde moet ongeveer 20 cm recht zijn. Zorg ervoor dat het draadeinde
NL
geen scherpe kanten heeft (afvijlen indien nodig). Een scherp draadeinde kan de
draaddoorvoerpijp, de liner en het draadmondstuk van het laspistool beschadigen.
FastMig MF draadaanvoerunit:
• Trek een stukje draad los van de draadhaspel. Voer de draad door de achterste draaddoorvoer
naar de aandrijfrollen. Laat de drukhevel op de aandrijfrollen zitten!
• Druk de laspistoolschakelaar in en leid een stuk draad door de aandrijfrollen naar het
laspistool. Zorg er voor dat de draad in de groeven van beide aandrijfrollen zit!
• Druk de pistoolschakelaar in tot dat de draad uit het draadmondstuk komt.
De automatische invoering kan bij dunne draad soms mis gaan (Fe, FC, Ss: 0,6
1,0 mm). Dan kan het mogelijk zijn dat de aandrijfrollen losgemaakt moeten worden en de draad
met de hand door de aandrijfrollen gevoerd moet worden.
3.5

Drukinstelling

Het aanpassen van de druk van de aandrijftrollen gebeurt d.m.v. schroef zodat de draad
gelijkmatig in de draaddoorvoerpijp gevoerd wordt. De draad mag niet gaan slippen bij de
aandrijfrollen als de draad die uit het draadmondstuk komt een kleine weerstand ondervindt.
Een te grote druk veroorzaakt het platdrukken van de draad en het beschadigen van de
LET OP!
beschermlaag. Het veroorzaakt wrijving en onnodige slijtage aan de aandrijfrollen.
8
FastMig MF 33
OPEN
– 0,8 mm, Al: 0,8 –

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave