Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hardheid Van De Boog Instellen; Werking Van De Ventilator; Besturingspanelen En Instellingen; Potentiometer Voor Draadaanvoersnelheid - Kemppi Kempomat 2500 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De signaallampen geven de elektrische functie aan:
De groene signaallamp voor de paraatheid gaat aan als het toestel aan de netspanning
aangesloten is en het lasspanningsbereik werd ingesteld met de hoofdschakelaar. De gele
signaallamp gaat aan als de thermische beveiliging van het toestel wegens oververhitting heeft
gewerkt. De beveiliging treedt in werking als de stroombron constant boven de nominale waarde
wordt belast of als de koelluchtcirculatie gestoord is. De ventilator koelt het toestel af; zodra de
signaallamp gedoofd is, kan het lasproces worden verdergezet door op de pistoolschakelaar te
drukken.
Stuurzekering
De stuurzekering 8 A traag aan de achterzijde van de stroombron vormt een beveiliging tegen
kortsluiting. Gebruik de juiste zekeringmaat en het voorgeschreven type. De garantie geldt niet
voor schade veroorzaakt door een verkeerde zekering. Als de zekering herhaaldelijk springt, moet
het toestel worden nagezien.
4.5

HARDHEID VAN DE BOOG INSTELLEN

De hardheid van de boog wordt ingesteld door de wekstukkabel op één van de twee Dix-
aansluitingen op de frontplaat aan te sluiten. De aansluiting met het symbool I geldt voor een
hardere boog, die wordt gebruikt om dunne platen en staal te lassen met lage stroomsterktes
en meer bepaald met beschermgas CO². De aansluiting met het symbool II is geschikt voor hoge
stroomsterktes, voor aluminium en voor roestvrije materialen. De meest geschikte instelling hangt
echter af van het specifieke geval. De gunstigste instelling dient proefgewijs te worden vastgesteld.
4.6

WERKING VAN DE VENTILATOR

De ventilator aan de achterzijde van de installatie schakelt, afhankelijk van de werkingstoestand
van het toestel, aan en uit. De ventilator wordt ca. 15 seconden na het begin van het laswerk
ingeschakeld en ca. 10 minuten na het einde van het laswerk of na de werking van de
oververhittingsbeveiliging uitgeschakeld.
Let op! De ventilatorlucht wordt aangezogen aan de achterzijde van het toestel!
Schakel het toestel niet uit met de hoofdschakelaar zolang de ventilator niet automatisch
uitgeschakeld is.
Bij onbelaste werking schakelt de ventilator niet in.
5.

BESTURINGSPANELEN EN INSTELLINGEN

5.1

POTENTIOMETER VOOR DRAADAANVOERSNELHEID

De draadaanvoersnelheid wordt traploos ingesteld met de potentiometer op de frontplaat, zie
PANELEN. De potentiometer is voorzien van een schaalverdeling voor de aanvoersnelheden 18 m/
min en 25 m/ min.
Zie Montage van de draadaanvoerunit, 3. Maximale draadaanvoersnelheid.
5.2

AFBRANDTIJD

Verschillende hulpmaterialen en beschermgassen gedragen zich ook verschillend op het einde
van het lasproces. Bij de instelling van de afbrandvertraging dient men rekening te houden met dit
verschillende afbrandgedrag en dient men dit aan te passen aan de specifieke toepassing.
Als de afbrandtijd verkeerd ingesteld is, brandt de draad vast aan het draadmondstuk, raakt het
draadeinde verontreinigd of brandt de draad vast aan het laatste laspunt.
NL
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kempomat 3200Kempomat 4200

Inhoudsopgave