Bedrijfsmodi
In deze modus kan de sensor op het apparaat aangesloten blijven.
NB: Als het apparaat vaststelt dat er een sensorstoring is (een sensor is losgeraakt,
defect of verkeerd geplaatst of kan niet worden gebruikt met de monitor) of als er
geen signaal van de pulsoxymetersensor wordt waargenomen, gaat het apparaat na
3 minuten automatisch uit.
Modus Sensoractivering
De modus Sensoractivering kan via nVISION-software worden geselecteerd. In deze
modus gaat het apparaat aan als de activeringsschakelaar wordt ingedrukt of als de
sensor wordt losgekoppeld en weer wordt aangesloten. Deze modus is nuttig als een
sensor wordt gebruikt die moeilijk van de sensorplek kan worden verwijderd (bijv. sensor
voor eenmalig gebruik of wikkelsensor).
NB: De sensor hoeft niet op een vinger te worden aangebracht om het apparaat aan
te zetten.
Als de sensor 10 minuten lang niet wordt gebruikt of als geen toereikend pulssignaal wordt
waargenomen, gaat het apparaat automatisch over op de modus Standby. Druk op
de activeringsschakelaar of ontkoppel de sensor en sluit deze weer aan om het apparaat
opnieuw aan te zetten.
Deze modus geeft de mogelijkheid van volle of gedeeltelijke weergave (zie afbeelding 2
voor weergavevergelijking). Bij gedeeltelijke weergave worden de SpO
frequentiegegevens niet getoond. De gebruiker ziet slechts de batterij-indicator en de
bewegende indicator voor pulssterkte.
Volledige weergave
Afbeelding 2: Vergelijking tussen volledige en gedeeltelijke weergave
Modus Geprogrammeerd
Modus Geprogrammeerd kan geselecteerd en ingesteld worden via nVISION-software.
Met de software kan de gebruiker het apparaat programmeren om maximaal 3 sessies
te beginnen en te beëindigen. Na de programmering wordt de volgende starttijd op het LCD
om de 30 seconden weergegeven in het formaat UU:MM.
Voor gebruik van de programmeerbare modus moet de sensor aangesloten zijn.
en de puls-
2
Gedeeltelijke weergave
15