GEOHM 5
4 Onderhoud
4.1 Batterijen
Het batterij symbool -
weer van de batterij (Ubat < 4.2 V). Als een lage status wordt weergeven, dient de
batterij te worden vervangen om goede meetresultatten te kunnen garanderen.
Controleer de toestand van de batterij ook tijdens de metingen. Meetresultaten
uitgevoerd met een te lage batterijspanning (de resultaten zijn mogelijks foutief) worden
aangeduid met
Het toestel schakelt automatisch uit wanneer de batterijspanning lager is dan 4.0 V, het
teken
wordt aangeduid gedurende enkele seconden voor de uitschakeling.
De nominale voedingsspanning is 6 Vd.c.. Gebruik vier 1,5 V alkaline batterijen, type
IEC LR14 (afmetingen: diameter = 26 mm, hoogte = 50 mm).
Eén set van volledig volle batterijen is goed voor ongeveer 50 uren.
Herlaadbare batterijen NiCd of NiMH mogen ook gebruikt worden in plaats van alkaline.
Het toestel bevat een bijkomende stekker voor het opladen van de batterijen.
Waarschuwing!
!
Voer eerst een geheugenoverdracht uit naar de PC, alvorens de batterijen te
vervangen! De meetresultaten worden gewist en alle instelbare parameters worden
terug naar de initiële instellingen gezet na het vervangen van de batterijen.
!
Schakel het toestel uit en verwijder alle meetsnoeren alvorens het batterijdeksel
te openen.
Opmerkingen!
•
Vervang de vier batterijen gelijktijdig!
•
Plaats de batterijen correct in het toestel, anders zal het toestel niet correct
werken en misschien beschadigd worden, zie figuur 22 voor de juiste polariteit.
•
Als het toestel gedurende langere tijd niet gebruikt wordt, verwijder dan de
batterijen uit het toestel.
in de bovenste linker hoek van het display geeft de status
na het beëindigen van de meting.
Figuur 22. Correcte polariteit voor de batterijen
31
Onderhoud