GEOHM 5
Het hoofd resultaat, potentiële subresultaten en potentiële functie parameters, alsook
functie identificatienummers (zie onderstaande figuur) worden opgeslagen, elke keer de
"MEM" procedure wordt gebruikt.
Bijkomende testresultaten (onafhankelijk van de test functie) kunnen onder dezelfde
MEM code worden opgeslagen. Dit kan eenvoudig gebeuren door een dubbele click op
de MEM toets na elke meting.
Opmerkingen!
•
Elk meetresultaat kan slechts één keer worden opgeslagen.
•
Druk op de START toets of draai aan de draaiknop om de opslag procedure te
stoppen.
•
FUL melding zal aangeduid worden als alle geheugenplaatsen zijn gebruikt
3.1.2 Ophalen van de opgeslagen meetresultaten
Opgeslagen meetresultaten kunnen opgeroepen worden wanneer gewenst. Het hoofd
resultaat, potentiële subresultaten en potentiële functie parameters kunnen worden
opgeroepen.
De opgeslagen meetresultaten ophalen.
Figuur 20. Functie identificatie nummers
Rcl melding zal verschijnen op de LCD display voor een tijdje,
gevolgd door de laatst gebruikte MEM code (knippert).
Geheugen en andere handelingen
MEM
26