GEOHM 5
Beschrijving
Metingen
2.6 Aardingsweerstand
De aardingsmeter is in staat aardingsweerstandsmetingen uit te voeren met behulp van
drie verschillende methoden. De juiste methode wordt geselecteerd door de gebruiker
en is afhankelijk van het specifieke aardingssysteem dat dient te worden getest.
Selectieve Aardingsweerstand kan worden gemeten met behulp van de meettang
(zonder mechanische loskoppeling van de aardelektrode).
Metingen zonder aardboren kunnen uitgevoerd worden met behulp van 2 meettangen.
2.6.1 Standaard vier-draads meetmethode
De vier-draads-verbinding geeft veel betere resultaten dan de drie-draads-verbinding,
aangezien er geen problemen van contact weerstand kan optreden tussen de test clips
en het (meestal roestige) oppervlak van de aardelektrode.
De afstand van de aangesloten aardelektrode ten opzichte van de meetprobe H moet
minstens 5 keer de diepte van de aardelectrode zijn of de lengte van de aardingslus (zie
figuur 5).
Bij het meten van de totale aardingsweerstand van een complex aardingssysteem, de
vereiste afstand is afhankelijk van de langste (diagonaal) afstand (d) tussen de
afzonderlijke aardelektroden (zie figuur 6).
11