3.9.2 Maaihoogte
De maaihoogte wordt voor elk werkgebied afzonderlijk
ingesteld. De maaihoogte kan worden ingesteld op
20-60 mm / 0.8-2.4 inch.
3.9.3 Werking
In de menu Werking is het mogelijk om de instellingen te
Weertimer, ECO-modus en
veranderen van de
Spiraalmaaien .
3.9.3.1 Spiraalmaaien
Als het product in een gebied komt en detecteert dat het
gras langer dan gemiddeld is, kan hij het
bewegingspatroon wijzigen in
betekent dat het product dan in een spiraalvormig
patroon gaat maaien om het gebied met het langere
gras sneller te maaien. Het is mogelijk om de intensiteit
Spiraalvormig maaien in te stellen. Een
van
Zeer laag/Laag betekent dat
gevoeligheid van
Spiraalvormig maaien minder vaak wordt toegepast.
Hoog/Zeer hoog betekent dat
Een intensiteit van
Spiraalvormig maaien vaker wordt toegepast.
Let op:
Spiraalvormig maaien kan niet worden
gestart niet op hellingen die steiler zijn dan 15%.
3.9.3.2 Weertimer
Weertimer past automatisch de maaitijd aan de groei
van het gras aan. Het product mag niet meer dan
volgens de schema-instellingen worden gebruikt.
Let op:
Bij gebruik van
Weertimer is het raadzaam
om zoveel mogelijk bedrijfstijd beschikbaar te maken
22 - Installatie
Spiraalvormig maaien . Dit
Weertimer . Beperk het schema niet meer dan
voor
nodig is.
De eerste activiteit van de dag wordt ingesteld op basis
van de schema-instellingen. Het product voltooit altijd 1
maaicyclus en vervolgens selecteert
product blijft werken of niet.
Let op:
Weertimer wordt gereset als het product
langer dan 50 uur stilstaat of als een
gebruikersinstellingen wordt uitgevoerd. Weertimer
Reset van schema-
wordt niet gewijzigd als een
instellingen wordt uitgevoerd.
3.9.3.3 ECO-modus
Wanneer de
ECO-modus is ingeschakeld, wordt het
signaal in het laadstation uitgeschakeld wanneer het
product geparkeerd is of wordt opgeladen.
Let op:
ECO-modus om energie te
Gebruik de
besparen en interferentie met andere apparatuur, zoals
ringleidingen of garagedeuren, te voorkomen.
Let op:
Om het product handmatig in het werkgebied
te starten, drukt u op de knop STOP voordat u het
product uit het laadstation verwijdert. Anders kan het
product niet parkeren in het laadstation.
3.9.4 Accessoires
Instellingen voor accessoires die zijn aangebracht op
het product kunnen in dit menu worden ingevoerd.
3.9.4.1 Koplampen
Er zijn vier verschillende koplampinstellingen die
bepalen wanneer de koplampen zijn ingeschakeld:
Altijd aan
•
Alleen 's avonds (19:00-00:00)
•
's Avonds en 's nachts (19:00-07:00)
•
•
Altijd uit
De koplamp kan worden ingesteld op knipperen of
continu branden. De koplampen kunnen ook zodanig
worden ingesteld, dat ze gaan knipperen als er een fout
optreedt.
Let op:
Husqvarna adviseert om de koplampen in het
donker te gebruiken.
Weertimer of het
Reset van alle
1576 - 004 - 16.11.2021