Door 0123456789 te selecteren wordt het aantal cijfers (0 tot en met 9) gespecificeerd
dat bij decimale antwoorden rechts van het decimaalteken wordt weergegeven. VAST#
verschijnt in de statusbalk.
De decimale instelling geldt voor de notatiemodi NORMAL, SCI en ENG .
De decimale instelling is van toepassing op deze getallen, met betrekking tot de
modusinstelling ANTWOORD :
•
Een antwoord dat weergegeven wordt op het hoofdscherm
•
Coördinaten op een grafiek
•
De Tangent( DRAW instructie, de vergelijking van de lijn, x- en dy/dx -waarden
•
Uitkomsten van berekeningen
•
De regressievergelijking die opgeslagen is na de uitvoering van een regressiemodel
RADIALEN GRADEN
Hoekmodi regelen hoe de rekenmachine hoekwaarden in goniometrische functies en in
omzettingen van pool- naar rechthoekige coördinaten interpreteert. De instelling
of GRADEN wordt weergegeven in de statusbalk.
RADIALEN
De modus RADIALEN interpreteert hoekwaarden als radialen. Antwoorden worden
weergegeven in radialen.
De modus GRADEN interpreteert hoekwaarden als graden. Antwoorden worden
weergegeven in graden. Argumenten van complexe getallen in poolcoördinaten
worden altijd geïnterpreteerd als radialen.
FUNCTIE PARAMETRISCH POLAIR RIJ
Grafiekmodi definiëren de parameters voor het tekenen van grafieken.
De grafiekmodus FUNCTIE plot functies, waarbij Y een functie van X is.
De grafiekmodus PARAMETRISCH plot relaties, waarbij X en Y functies van T zijn.
De grafiekmodus POLAIR plot functies, waarin r een functie van q is.
De grafiekmodus RIJ plot rijen. Er zijn drie rijen beschikbaar: u, v en w, met als opties
voor de onafhankelijke variabelen n, n+1 en n+2.
De rekenmachinemodi instellen 22