Eerste inbedrijfstelling
6.5
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Levensbedreigend letsel door elektrische schokken.
Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van
levensbedreigend letsel.
•
Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd,
spanningsvrij is.
•
Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden
ingeschakeld.
•
Laat alle montagewerkzaamheden aan de elektrische aansluiting van
het apparaat alleen uitvoeren door een erkend elektromonteur en
volgens de elektrotechnische voorschriften.
GEVAAR
Levensbedreigend letsel door elektrische schokken
In delen van de printplaat in het apparaat kan een spanning van 230 V
aanwezig zijn, ofwel de stekker losgekoppeld is van de voeding.
•
Koppel de besturingseenheid van het apparaat volledig los van het
stroomnet, voordat u de afdekkappen verwijdert.
•
Controleer of de printplaat spanningsvrij is.
De spanningsvoeding van het apparaat is in de fabriek voorbereid:
•
Voedingseenheid voor stopcontact.
•
Stekker voor jack-aansluiting.
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel
volgens de geldende nationale en lokale voorschriften.
Een stopcontact met een voedingsspanning van 230 V voor de aansluiting moet
ter plaatse beschikbaar zijn.
6.5.1
Schakelschema
Nr.
Benaming
1
Potentiaalvrij storingsvrij
contact voor doorschakeling
naar een
gebouwbeheersysteem /
Klem 3-polig
2
Druksensor – PH Connector,
3-polig
3
Motor,
Micro-schakelaar,
Batterij – PH Connector,
6-polig
4
Signaalgever
6 — Nederlands
Toewijzing (van links naar rechts)
•
Jumper (in de normale
bedrijfsmodus tussen 1+2, in
geval van een fout tussen 2+3)
•
Wortel
•
Schakelaar voor het omkeren van
de functie van de schakelaars
1+2
•
Voeding druksensor
•
Massa druksensor
•
Signaal druksensor
•
+pool batterij
•
Massa batterij
•
Massa motor
•
Voeding motor
•
Micro-schakelaar
•
Micro-schakelaar
Fillcontrol Plus Compact — 16.12.2020 - Rev. C
Nr.
Benaming
Druksensor – PH Connector,
5
3-polig
6
Steekklem van de
geïntegreerde
motorkogelklep
7
Eerste inbedrijfstelling
Opmerking!
Bevestig het juiste uitvoeren van montage en inbedrijfstelling in het
certificaat voor montage en inbedrijfstelling. Dit is de voorwaarde voor
garantieclaims.
–
Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud
uitvoeren door de Reflex serviceafdeling.
7.1
Vereisten voor de inbedrijfstelling
•
De montage van het apparaat is voltooid.
•
De aansluitingen naar het installatiesysteem en naar het drinkwaternet zijn
tot stand gebracht.
•
Alle afsluitingen naar het installatiesysteem en de drinkwatervoorziening
zijn tot stand gebracht.
•
De elektrische aansluiting is tot stand gebracht volgens de geldende
nationale en lokale voorschriften.
•
De buisleidingen naar het apparaat zijn gespoeld en vrij van vuil en
lasresten.
•
De aansluiting van de afvoertrechter op het rioleringssysteem voldoet aan
de eisen van de toepasselijke norm DIN EN 12056.
•
De meegeleverde manometer is gemonteerd op de drukreduceerder.
7.2
Minimale werkdruk P
0
De minimale werkdruk "P
" moet in aanmerking worden genomen bij
0
installatiesystemen met een membraan-drukexpansievat.
Bepaal de minimale werkdruk "P
" voor het apparaat:
0
•
Het apparaat is op hetzelfde niveau (h
membraan-drukexpansievat:
P
= p0
0
•
Het apparaat is dieper geïnstalleerd dan het membraan-drukexpansievat:
P
= p0 + h
/ 10
0
st
•
Het apparaat is hoger geïnstalleerd dan het membraan-drukexpansievat:
P
= p0 - h
/ 10
0
st
P
Minimale werkdruk in bar
0
p0
Voordruk membraan-drukexpansievat in bar
h
Statische hoogte in m
st
Opmerking!
De vuldruk voor het bijvullen van vers water in het installatiesysteem
wordt als volgt berekend:
Vuldruk ≥ P
+ 0,3 bar
0
Opmerking!
Neem bij de planning in acht dat het werkgebied van het apparaat in
het werkgebied van het drukbehoud ligt tussen de aanvangsdruk "PA"
en de einddruk "PE".
Toewijzing (van links naar rechts)
•
Voeding druksensor
•
Massa druksensor
•
Signaal druksensor
voor besturing bepalen
= 0) geïnstalleerd dan het
st