6.2.14
Luchtkwaliteit
40
6 Bedieningsniveau 2
Basisscherm → Hoofdmenu → Installateur → Luchtkwaliteit
In de basisinstellingen is het mogelijk de luchtkwaliteitsregeling te activeren.
Via een luchtkwaliteitsensor (VOC- of CO
de luchtkwaliteit van de kamerlucht of van de retourlucht geregistreerd.
Wanneer de luchtkwaliteit daalt, wordt het ventilatortoerental verhoogd resp.
naar een hogere trap geschakeld en wordt het buitenluchtaandeel verhoogd
door de buiten- en luchtafvoerkleppen constant te openen (indien aanwezig).
Vanaf het moment dat de ingestelde grenswaarde van de luchtkwaliteit
wordt overschreden (luchtkwaliteit Start) gaan de verhoging van het
toerental en van het buitenluchtaandeel van start tot aan een ingesteld
maximumtoerental en tot het ingestelde maximale buitenluchtaandeel
(luchtkwaliteit maximum). De waarden voor Start en Maximum kunnen
worden ingesteld. Wanneer de werkelijke waarde van de luchtkwaliteit
< "Luchtkwaliteit Start" schakelt de installatie opnieuw terug naar het
normale bedrijf (klokprogramma of handmatig bedrijf). Via een parameter
kan worden vrijgegeven of de installatie bij een slechte luchtkwaliteit
inschakelt.
Bij installaties met 1-trapsventilatoren of bij druk-/ en debietregeling wordt bij
een actieve luchtkwaliteitsregeling alleen het buitenluchtaandeel vergroot.
Parameter
Regelbereik Start (VOC)
Regelbereik Einde (VOC)
Regelbereik Start (CO
)
²
Regelbereik Einde (CO
)
²
Max. Toerental
Max. Ventilatortrap
Max. Aandeel verse lucht
Automatisch opstarten bij een
slechte luchtkwaliteit
-sensor) wordt vervolgens
2
Instelbereik
Fabrieksinstelling
0-10 V
0-10 V
0 - 2000 ppm
0 - 2000 ppm
20-100%
1-3
0 - 100%
ja / nee
4 V
8 V
700 ppm
1000 ppm
100%
3
100%
nee
3062886_202002