Inhoudsopgave
Advertenties
6.2.5
Grenswaarden
6.2.6
Warmtegenerator
28
6 Bedieningsniveau 2
Basisscherm → Hoofdmenu → Installateur → Grenswaarden
Met de volgende parameters kunnen grenswaarden voor temperatuur en
toerental van de airconditioninginstallatie worden gedefinieerd.
Parameter
Maximale begrenzing instelwaarde
Minimale begrenzing instelwaarde
Luchttoevoerbegrenzing
maximumtemperatuur
Luchttoevoerbegrenzing
minimumtemperatuur
Min. Toerental luchttoevoerventilator
Max. Toerental luchttoevoerventilator
Min. Toerental retourluchtventilator
Max. Toerental retourluchtventilator
* bij installaties zonder invoerapparaat voor de instelwaarde kamer
** bij installaties met invoerapparaat voor de instelwaarde kamer
*** bij installaties met E-verwarmingsregisters met trappen of traploos
Basisscherm → Hoofdmenu → Installateur → Warmtegenerator
Voorverwarmingsprogramma
Het voorverwarmingsprogramma kan via een parameter worden geactiveerd.
Bij een geactiveerd voorverwarmingsprogramma wordt voorkomen dat bij
het opstarten van de installatie (verwarmingsregister afgekoeld) koude lucht
de kamer wordt ingeblazen.
Voordat de ventilator opstart, wordt gecontroleerd of de buitentemperatuur
lager is dan de ingestelde grenswaarde. Zo ja, dan wordt de
verwarmingscircuitpomp gedurende een ingestelde tijd ingeschakeld en
wordt de klep geopend.
Het voorverwarmingsprogramma kan niet worden geactiveerd bij installaties
met E-verwarmingsregister.
Ventilatoraanloop warmtepomp
Bij warmtepompen kan een startgradiënt voor de ventilatoren worden
vastgelegd. Zo wordt het luchtdebiet bij start van de installatie geleidelijk
verhoogd tot aan de ingestelde waarde, afhankelijk van de ingestelde tijd. Zo
wordt vermeden dat te koude lucht wordt ingebracht wegens een vertraagd
vermogen van de warmtepomp. Net zoals het voorverwarmingsprogramma
wordt ook deze start van de installatie enkel bij het onderschrijden van de
ingestelde grenswaarde voor de buitentemperatuur vrijgegeven.
KGWO
Met deze parameters wordt bij een actieve KGWO-installatie een minimaal
luchtdebiet over de verwarmingskop gewaarborgd. Zodra het contact van de
thermostaat voor ventilatornaloop gesloten is, wordt de luchtklep geopend
op de ingestelde minimale klepstand.
Instelbereik
Fabrieksinstelling
22-70 °C
28 °C*/29 °C**
14-20 °C* / 10 °C**
16 °C*/10 °C**
22-70 °C
42 °C
14-20 °C
16 °C*/10 °C**
1 - 100%
25% / 35% ***
1 - 100%
100%
1 - 100%
25% / 35% ***
1 - 100%
100%
3062886_202002
Advertenties
Inhoudsopgave
