Melding
Oorzaak
Wielmotor overbe-
Het product is ergens in vastgelopen.
last
Laadstation ge-
Het contact tussen de laadstrips en de
blokkeerd
contactstrips is mogelijk slecht en het
product heeft een aantal pogingen om
te laden gedaan.
Een obstakel veroorzaakt een blokke-
ring en het product kan niet in het laad-
station komen.
De bodemplaat is gekanteld of verbo-
gen.
Vast in laadstation Het product slipt op de bodemplaat.
Er is een obstakel dat ervoor zorgt dat
het product het laadstation niet kan ver-
laten.
Op zijn kop
Het product helt te ver over of is onder-
steboven komen te liggen.
Maaier gekanteld
Het product is meer gekanteld dan de
maximale hoek.
Opgetild
Een blokkering heeft de hefsensoren
geactiveerd waardoor het product ge-
stopt is.
Probleem met
De behuizing van product kan niet vrij
botssensor
rond het chassis bewegen.
Helling te steil
De maaier is gestopt omdat de helling
te steil is.
Alarm! Maaier uit-
Het alarm is geactiveerd, omdat het
geschakeld
product is uitgeschakeld.
Alarm! Maaier ge-
Het alarm is geactiveerd, omdat het
stopt
product is gestopt.
Alarm! Maaier is
Het alarm is geactiveerd omdat het pro-
verplaatst
duct werd verplaatst.
52 - Probleemoplossing
Actie
Maak het product los en neem de oor-
zaak van het niet kunnen bewegen
weg. Als nat gras de oorzaak is, wacht
dan tot het gazon weer droog is voor-
dat u het product opnieuw gebruikt.
Plaats het product in het laadstation en
controleer of de laadstrips en de con-
tactstrips goed contact maken. Reinig
het contact en de laadplaatjes.
Verwijder het voorwerp.
Zorg ervoor dat de bodemplaat op een
vlakke ondergrond is geplaatst.
Reinig de bodemplaat.
Verwijder het voorwerp.
Draai het product in de juiste richting.
Verplaats het product naar een vlak ge-
bied.
Haal het product uit de blokkering. Als
het probleem zich blijft voordoen, dan
is actie door een bevoegde service-
monteur vereist.
Controleer of de behuizing van het pro-
duct vrij rond het chassis kan bewegen.
Als het probleem zich blijft voordoen,
dan vereist de melding actie door een
bevoegde servicemonteur.
Verleg de begrenzingsdraad om dit
steile deel van het werkgebied uit te
Onderzoeken waar u de be-
sluiten. Zie
grenzingsdraad plaatst op pagina 21 .
Pas het beveiligingsniveau aan in het
Beveiliging , zie Beveiliging (al-
menu
®
leen Bluetooth
) op pagina 36 .
1404 - 001 - 11.12.2019