Instellen van computerbeelden
Projector
2, 3, 4
(GUI) In-beeld-display
2
3
4
Functie instelling
VOL
ON
MUTE
OFF
BLACK
SCREEN
LASER
TOOLS
MENU
1, 6
R-CLICK
ENTER
5
INPUT
IrCOM
FREEZE
AUTO SYNC
Opslaan en selecteren van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven instellingen
op te slaan om te gebruiken met verschillende computers.
Wanneer deze instellingen opgeslagen zijn, kunnen ze
gemakkelijk weer opgeroepen worden wanneer u dezelfde
computer weer aansluit op de projector.
Opslaan van de instellingen
(Wanneer u de "Power" afstandsbediening wilt gebruiken,
moet u de MOUSE/ADJ. schakelaar naar ADJ. schuiven.)
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer "Fijn sync.".
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer "Vastleggen" en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer het nummer waaronder u
de instellingen in het geheugen wilt opslaan.
5 Druk op ENTER om de gemaakte instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer
te verlaten.
Selecteren van opgeslagen instellingen
(Wanneer u de "Power" afstandsbediening wilt gebruiken,
moet u de MOUSE/ADJ. schakelaar naar ADJ. schuiven.)
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer "Fijn sync.".
3 Druk op ∂/ƒ, selecteer "Keuze instel." en druk
vervolgens op ©.
4 Druk op ∂/ƒ en selecteer de gewenste in het
geheugen opgeslagen instelling.
5 Druk op ENTER om de gekozen instelling te gebruiken.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer
te verlaten.
• Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer in het geheugen, zullen bij dat nummer geen resolutie
en frequentie vermeld staan.
• Wanneer u een eerder opgeslagen instelling via "Keuze instel."
oproept, moet het aangesloten computersysteem wel
overeenkomen met de opgeslagen instellingen.
Functie instelling
Gebruikt om beelden weer te geven in tekst en grafische
weergavefuncties.
A
IBM-PC C
ANSLUITEN OP
OMPUTERS
• Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal herkend
en zal de juiste weergavefunctie (Tekst of Grafisch)
automatisch ingesteld worden. Voor de volgende signalen
echter dient u het onderdeel "Functie" via het "Fijn sync."
menuscherm "ON" of "OFF" te zetten om de
weergavefunctie van de projector overeen te laten komen
met ingangssignaal afkomstig van de computer.
(Wanneer u de "Power" afstandsbediening wilt gebruiken,
moet u de MOUSE/ADJ. schakelaar naar ADJ. schuiven.)
1 Druk op MENU.
2 Druk op ß/© en selecteer "Fijn sync.".
3 Druk op ∂/ƒ en selecteer "Functie".
4 Druk op ß/© en selecteer "ON" voor de grafische
weergavefunctie (640 punten
400 lijnen of 1.152 punten
"OFF" voor de Tekst weergavefunctie (720 punten
350 lijnen, 720 punten
864 lijnen, 60 Hz). (Voor IBM-PC)
Druk op ß/© en selecteer "ON" wanneer u een
Macintosh II met een puntfrequentie van 35 kHz
aansluit, of "OFF" wanneer u een Macintosh LC Serie
computer met een puntfrequentie van 34,79 kHz
aansluit. (Voor Macintosh LC Serie)
5 Druk op ENTER om de instelling op te slaan.
6 Druk op MENU om het grafische menusysteem weer
te verlaten.
• Wanneer u videokaarten van andere fabrikanten of andere
Macintosh computers aansluit, dient u "Functie" op het "Fijn
sync." menuscherm zelf "ON" of "OFF" te zetten om de correcte
weergavefunctie te kiezen.
• Vermijd de weergave van computer gegenereerde patronen die
zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale strepen). (Het
beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het erg moeilijk maakt
ernaar te blijven kijken.)
MOUSE
ADJ.
350 lijnen, 640 punten
864 lijnen, 60 Hz), of
400 lijnen of 1.024 punten
28