– Schroef de (per land specifieke) hogedrukslang (4) op de
inlaat van het gasfilter (5) / DuoControl CS en op de gasfles
(2 / of op de adapter).
– Draai de kraan van de gasfles (1) open.
– Druk de slangbreukbeveiliging (afbeelding 1a – 3) in en
eventueel de gele resetknop (7), iets rechtsom draaien en
10 seconden vasthouden.
– Controleer de slangaansluiting op de kraan van de fles
en de inlaat van het gasfilter / de DuoControl CS na elke
verandering op lekkage (zie „Controle lekkage van het
hogedrukgedeelte").
Gebruik met slechts één gasfles
De DuoControl CS kan ook met slechts één gasfles wor-
den gebruikt. In de inlaat geïntegreerde terugslagkleppen
voorkomen het wegstromen van gas uit de niet gebruikte
aansluiting.
Bij het gebruik met één fles moet de vrije ingang met behulp
van de bijgeleverde blinde plug (messing) worden afgesloten.
– Zet de draaiknop (13) in de richting van de in gebruik zijnde
fles.
Controle lekkage van het
hogedrukgedeelte
De schroefkoppelingen van de hogedrukslangen moeten bij
de gasfleskraan en bij het gasfilter / de DuoControl CS met
geschikte middelen – bijvoorbeeld met een lekzoekspray
volgens EN 14291 – worden gecontroleerd op lekkage. De
gebruiker is daarvoor verantwoordelijk.
Controle lekkage van het
lagedrukgedeelte
(maximale testdruk 150 mbar)
Controle uitsluitend door een geschoold technicus
De gasslang en de gasfles moeten zijn aangesloten.
– Alle verbruikers uitzetten.
– Afsluiters en eventueel de gasafstandsschakelaar openen.
– Druk het triggerelement van de crashsensor (9) zo ver in dat
de gele resetknop (7) naar buiten komt, zodat de crashsen-
sor in de stand „niet gebruiksklaar" (afbeelding 2b) staat.
– De schroefdop (10) van de testaansluiting afschroeven
en de testpomp met de testslang op de testaansluiting
aansluiten.
10
9
Afbeelding 3a
DuoControl CS verticaal
– De controle op lekkage uitvoeren (bijv. in Duitsland volgens
G 607).
9
10
Afbeelding 3b
DuoControl CS horizontaal
7