1 = Gasfleskraan
2 = Gasfles
3 = Slangbreukbeveiliging (SBB)
4 = Hogedrukslang
5 = Gasfilter
6 = DuoControl CS
7 = Gele resetknop van de crashsensor
8 = Stalen / koperen pijp
9 = Triggerelement voor de crashsensor
10 = Schroefdop (testaansluiting)
11 = Schroefhulpmiddel SW 23 / KF
12 = Torx T20 (op het schroefhulpmiddel)
13 = Draaiknop voor fles in gebruik / reservefles
14 = Statusmelding – fles in gebruik / reservefles (groen / rood)
Ingebruikname
– Open eventueel de gasafstandsschakelaar.
– De gasflessen (2) aansluiten en controleren of alle slang-
schroefkoppelingen in goede staat zijn.
– De kranen van beide gasflessen (1) openen.
– Druk de slangbreukbeveiliging (afbeelding 1a – 3) op de
hogedrukslang gedurende circa 5 seconden stevig in. In het
kijkvenster (14) wisselt de weergave naar groen.
– Als de gele resetknop (7) niet is ingedrukt (stand „niet ge-
bruiksklaar"), dan de crashsensor resetten.
– Bijvoorbeeld draaiknop (13) tot de aanslag naar links draai-
en (linker aansluiting = fles in gebruik).
Crashsensor
De crashsensor beschikt over een resetknop – de stand hiervan
geeft informatie over de status ervan: stand „gebruiksklaar" (af-
beelding 2a) of stand „niet gebruiksklaar" (afbeelding 2b).
7
Afbeelding 2a
Om te resetten de gele resetknop (7) stevig indrukken, iets
rechtsom draaien en 10 seconden lang vasthouden en u
ervan overtuigen dat hij in de stand „gebruiksklaar" (afbeel-
ding 2a) blijft staan.
Als het resetten niet is gelukt, de Torx T20 (12) op het schroef-
hulpmiddel (11) ter ondersteuning van de draaibeweging
rechtsom gebruiken.
Omschakelen
Daalt de druk in de in gebruik zijnde fles onder de 0,4 bar, dan
schakelt de DuoControl CS automatisch om naar gasafname
uit de tweede gasfles. De statusmelding wisselt naar rood.
Bij grote kou en bij een hoog gasverbruik gedurende een
langere periode kan de gasdruk onder de 0,4 bar dalen,
hoewel er zich nog een restant gas in de gebruik zijnde fles
bevindt. Daardoor kan het voorkomen dat er gas uit beide
gasflessen tegelijkertijd wordt afgenomen.
Desgewenst kan er met de draaiknop (13) handmatig worden
bepaald welke gasfles in gebruik en welke de reservefles is.
7
Afbeelding 2b
5